Uit groot verdriet vloeit soms ook iets moois. Zoals dankbaarheid voor de steun die je kreeg én voor alles wat je al wél hebt.
De eerste keer opnieuw in het ziekenhuis komen na de miskraam voelde niet naar. Het gaf me positieve energie en hoop dat het volgende keer wel goed gaat.
De wachtzaal zit vol. Mama’s met hun kindje. En mama’s met een dikke buik. Ik heb P. bij, m’n zwangere buik is al bijna vier weken weg.
De dokter is lief. Dé allerliefste. Het is geen toeval dat onze baby op haar wachtte. Bij niemand anders had ik dit ondraaglijke moment kunnen verdragen.
Ze zegt dat ik er goed uitzie. En dat het haar plezier doet dat het ok gaat met ons. Dat is waar. Er zijn slechte, droeve dagen, maar ook goede. Ik geniet van het samenzijn met m’n twee mannen.
Brute pech
Onze baby was gezond. Met meer geluk aan onze kant waren we eind januari opnieuw mama en papa geworden. En P. grote broer. Waarom het niet mocht zijn, weet niemand. Brute pech?
Ik denk niet aan die twee stille echo’s eerder dit jaar.
Voor deze plaats en deze mensen voel ik enkel maar liefde. Volgende keer winnen wij. Sowieso. En krijgen we ons tweede zomerkindje.