Wat?! De kans om een jongen of meisje te krijgen is niet 50/50!

‘Zouden jullie nog eentje proberen voor een meisje?’
‘Bij jullie komen er precies alleen maar jongens uit, hé!’
‘Zijn jullie een girl mom of een boy mom gezin?’
Klinkt bekend? Dan ben je zeker niet alleen. Veel ouders herkennen het wel: je gezin lijkt precies alleen maar jongens (of meisjes) te ‘produceren’, en dat roept al snel vragen op. Pure toeval, of zit er méér achter?
Volgens een grootschalige studie van de Harvard T.H. Chan School of Public Health is het antwoord: ja, er zit meer achter. De kans dat je een jongen of meisje krijgt is misschien toch niet altijd netjes 50/50, want sommige factoren blijken wél een rol te spelen.
Wat zegt de wetenschap?
Onderzoekers analyseerden gegevens van meer dan 146.000 zwangerschappen (!), en ontdekten dat bepaalde patronen in gezinnen best vaak voorkomen. Een paar opvallende resultaten:
- Heb je al drie jongens? Dan is de kans op een vierde jongen geen 50%, maar zo’n 61%.
- Drie meisjes op een rij? De kans op een vierde meisje ligt dan op 58%.
- Moeder ouder dan 28 bij het eerste kindje? Dan is de kans ietsje groter dat het volgende kind van hetzelfde geslacht is. Dat zou te maken kunnen hebben met hormonale veranderingen of zelfs de zuurtegraad van het lichaam.
- Genen spelen misschien mee. Onderzoekers vonden twee genetische factoren die mogelijk invloed hebben, al is daar nog meer onderzoek voor nodig.
Kortom: het lijkt erop dat sommige gezinnen inderdaad een soort 'voorkeur' hebben in de richting van jongens of meisjes. Alsof je een munt opgooit die een klein beetje zwaarder is aan één kant.
Wat heeft géén invloed?
Even belangrijk: de studie toont ook aan wat geen verschil maakt. Er werd geen verband gevonden tussen het geslacht van je baby en:
- je huidskleur of afkomst
- je bloedgroep
- je BMI of lengte
- je natuurlijke haarkleur
Ook populaire tips zoals ‘bepaalde dingen eten’, ‘op een bepaald moment vrijen’ of ‘op je hoofd gaan staan bij volle maan’ zijn (helaas) nog steeds niet wetenschappelijk bewezen.
Wat betekent dit nu, als ouder?
Als je drie jongens of drie meisjes hebt, dan ken je ze wel: de vragen. Vaak goedbedoeld, maar soms ook confronterend. ‘Ga je nog voor een meisje?’ ‘Wil je nu eindelijk een jongen?’
Maar deze studie laat zien: zo’n patroon is misschien gewoon een stukje biologie, geen keuze, geen bijgeloof, geen toeval. En dat kan best rust geven. Want hoe jouw gezin er ook uitziet, met een girl squad, een boys only-team, of een vrolijke mix, er is geen juist of fout. Elk kind brengt z’n eigen evenwicht, z’n eigen energie, en z’n eigen chaos.
En als je stiekem hoopt op ‘de andere kant’?
Dat mag ook. Je mag verlangen naar een dochter of zoon, en je mag ook teleurgesteld zijn als dat anders loopt dan je droomde. Zolang daar ook liefde mag bestaan. Deze studie biedt geen trucjes of garanties, maar wél perspectief: als je gezin een bepaald patroon volgt, dan ben je dus niet de enige. En je bent ook niet ‘raar’. Gewoon... menselijk.
De bottom line?
De wetenschap leert ons steeds meer over hoe gezinnen ontstaan, en waarom ze vaak bestaan uit wat ze zijn. Of je nu drie meisjes hebt die elkaars vlechtjes maken (of elkaar de kamer uit vechten), drie jongens die door het huis denderen, of een combinatie met elk hun eigen karakter: je gezin is goed zoals het is. Geen perfecte verdeling nodig. Geen plan. Alleen liefde. En heel misschien een beetje toeval-met-een-knipoog van de natuur.
BRON: vrij vertaald naar Mother.ly