Eind maart, 3 maanden ver in mijn uitdaging #Poging25, klokte ik af op 556,9 gewandelde kilometers. Best indrukwekkend, toch? Elke dag een toertje van zo’n 5km, vaak meer en soms wat minder.
Ten opzichte van de voorbije maanden ging het weer wat vlotter. Geen vervelende blaren of pijnlijke voeten meer, een betere uithouding en regelmatig een zonnetje op mijn snoet. Dat maakt de uitdaging natuurlijk iets makkelijker. Het is soms een gepuzzel om dat dagelijkse rondje in te plannen (Hebben we niet allemaal tijd te kort?), maar ik kan het alleen maar aanraden.
Extra uitdaging
Die dagelijkse wandeling helpt me ook bij een extra uitdaging die in januari toevallig gelijktijdig op mijn pad kwam: een uitnodiging om mee interclub padel te gaan spelen. Ikke, niet bepaald Sporty Spice… Ik beweeg heus wel: ik heb lang yoga gedaan (de actieve variant), ik zwem regelmatig (in de zomer toch) en trek graag op een moutainbike het bos in (oké, ik vermijd wel de steilste paadjes). Maar écht sporten, in competitie, met tegenstanders en punten die écht tellen… dat is compleet nieuw voor mij.
Als kind was ik best sportief. Ik had ook veel interesse in allerlei verschillende sporten, maar het kwam er nooit van om ergens mee te starten. Wilde ik basketten net als mijn oudere broers en zussen, dan zag mijn mam het niet zitten om nog vaker alleen thuis te zijn (en nog meer was te hebben, best herkenbaar!). Wilde ik handballen, dan was de club net iets te ver. Wilde ik turnen, dan waren mijn te soepele gewrichten vast een struikelblok. Wilde ik leren tennissen, dan waren de lessen te veel gedoe. Wilde ik volleyballen, dan hoorde ik vriendinnen bezig over ‘die nieuwe’ in hun ploeg die er niks van bakte, en dan liet ik dat idee zelf maar varen.
En als ik na die tegenstand tóch enthousiast bleef voor een bepaalde sport, dan moest ik wachten tot de start van het seizoen in augustus. Helaas bleek mijn geheugen –raar maar waar– toen al niet zo denderend goed te werken, want ik vergat mijn plan elke zomer opnieuw…
Een groot gemis
Het is pas de laatste jaren, nu mijn drie zonen intensief voetballen, dat ik ervaar hoe groot dat gemis is. Nooit teamsport hebben ervaren, de fysieke uitdagingen die een sport meebrengt, de stress voor een belangrijke match, de spanning en ontlading bij tornooien, de band die je creëert door samen naar een doel toe te werken… Allemaal dingen waar je als kind zoveel uit leert en die je je hele leven meedraagt. Een groot gemis dus…
Als ik de tijd kon terugspoelen, zou ik harder aandringen om toch met iets te kunnen starten. Ik ben er zeker van dat het competitieve wel in mij zit, en dat ik in bepaalde sporten wel een redelijk niveau had kunnen halen. Had kunnen halen, want vanaf een bepaalde leeftijd is starten met sporten écht wel te laat. Of toch niet?
Nooit te laat
Nee, het is nooit te laat om te starten met sporten. Hoe klein je ook begint, met welke sport dan ook, alles is beter dan niks. In de zomer ontdekte ik –pas lang na de start van de hype– padel. Het is een heel toegankelijke sport, minder technisch dan tennis en minder intensief dan squash, en vooral heel plezant. Eerst alleen met mijn man, dan eens met de kinderen erbij, met vrienden en familie en nu plots in teamverband bij de interclub. Komt dat niet veel te vroeg? Zeker wel! Heb ik er spijt van? Helemaal niet!
Eerste échte match
Twee weken geleden was het dan zover: de allereerste interclubmatch. Omdat het hele competitie-gegeven totaal nieuw was voor mij, had ik enorm veel zenuwen. Ik wou natuurlijk mijn ploegmaatjes niet teleurstellen. Gebibber en stress hebben mijn eerste match compleet om zeep geholpen. Niks lukte, ik wilde alles veel te hard en veel te snel. Fouten bij de vleet… De 9-0 stond al snel op het scorebord.
Bij de tweede match ging het al iets beter. De rally’s duurden al wat langer, maar het te hevig willen winnen zorgde voor te veel fouten. Alweer afgestraft met 9-1. Was ik hier klaar voor? Waarschijnlijk niet. Heb ik ervan genoten? Heel erg!
Yes, you can!
Er is nog veel groeimarge, dus ik heb alvast wat lessen ingepland. En voor de volgende match is mijn tactiek om rustig te blijven en de bal gewoon terug te spelen. Niet smashen, de bal niet mooi achteraan in het hoekje willen plaatsen waar de tegenstander moeilijk kan terugspelen, gewoon over dat net spelen en verder niks geks doen. En als ik dan weer ten onder ga met zware cijfers, heb ik toch weer wat bijgeleerd.
Dus raad ik het aan om als mama nog te starten met sporten? Zeker weten! Yes, you can, mama!