1. Geef thuis het goede voorbeeld: toon respect en medeleven
Kinderen die opgroeien in een liefdevolle, respectvolle omgeving zullen minder snel gepest worden of pesters worden. Behandel je kind van jongs af aan met respect, zodat het leert dat respectvol omgaan met mensen respect oplevert.
Respectvolle kinderen weten wanneer iemand hen slecht behandelt en zullen dat niet accepteren. Als je macht of controle over je kind gebruikt, laat je ze zien dat pesten de beste manier is om van anderen te krijgen wat ze willen.
2. Leer assertief gedrag aan
Als kinderen jong zijn, moeten ouders hen de taal aanleren die ze in allerlei situaties zullen gebruiken. Met assertiviteit is dat net hetzelfde.
Leer je kind om assertief te zijn door taal en woorden te gebruiken die laten zien dat ze op een respectvolle manier aan hun behoeften kunnen voldoen.
Als een ander kind iets doet wat jouw kind niet leuk vindt, laat dan zien hoe je assertief kan zijn door aan te moedigen om te zeggen:
“Ik vind het niet leuk als je me zo noemt.”
“Het is niet oké om mij pijn te doen.”
“Stop daar alsjeblieft mee.”
…
Leer je kind om kalm te blijven in moeilijke situaties door diep adem te halen. Geef het de kracht om een assertieve verklaring af te leggen en weg te lopen, of om eventueel pesten helemaal te negeren.
3. Toon wat vertrouwen is
Kinderen observeren veel meer dan we denken. Je kind houdt elke beweging van jou in de gaten en leert van je. Voor zowel jou als je kind is het belangrijk dat je manieren vindt om jezelf op een comfortabele manier te laten gelden in situaties waarin iemand je op een manier behandelt die je niet leuk vindt.
Laat je kind zien dat je zelfverzekerd bent. Let ook op wat je zegt in het bijzijn van je kind, want het kopieert vaak zowel jouw woorden als daden.
4. Leer sociale basisvaardigheden aan en help ze verder ontwikkelen
Sociale vaardigheden zijn niet voor elk kind vanzelfsprekend, dus is het belangrijk dat ouders ze aanleren. Speel rollenspellen of speel scènes na waarbij je kind je vertelt dat het ze heeft meegemaakt.
Leer je kind hoe hij/zij zich moet voorstellen en hoe hij/zij kan vragen om mee te doen met een spelletje of een groepje kinderen dat aan het spelen is.
Als je kind geen sociale vaardigheden heeft en je niet zeker weet hoe je het die moet aanleren, kan je op zoek gaan naar sociale vaardigheidsgroepen op school of in een therapiegroep.
5. Geef aandacht en blijf verbonden
Luister naar wat je kind je vertelt via verbale en non-verbale communicatie. Het is eng en soms gênant voor kinderen om met hun ouders over pesters te praten, dus lees tussen de regels door.
Let op veranderend gedrag en maak regelmatig contact met je kind, zodat het zich op zijn gemak voelt om met jou over moeilijke dingen te praten.
6. Durf te praten over pesten
Zelfs kleuters moeten weten wat pesten is en waarop ze moeten letten. Moedig je kind aan om het aan een volwassene te vertellen als er negatief tegen hem of iemand in zijn omgeving wordt gesproken of slecht wordt behandeld. Praat met je kind over goed en kwaad en moedig het aan om het te zeggen als een ander kind hem/haar een slecht gevoel geeft.
7. Grijp in als het nodig is
Het is jouw taak om je kind te beschermen. Dat betekent dat je een leerkracht of begeleider aanspreekt of indien nodig met de ouder van het andere kind praat. Laat je kind weten dat het er niet alleen voor staat en dat je het steunt.
Wat je beter NIET doet
- Excuses maken voor de pester of zijn kant kiezen. Het vergt veel moed van je kind om je te vertellen dat hij of zij zich rot voelt, dus zorg ervoor dat je reactie ondersteunend is.
- De gevoelens van je kind wegwuiven. Je kind kan ervoor kiezen om het gedrag van de pester te negeren, maar als ouder mag je de gekwetste gevoelens van je kind nooit negeren.
- Zeg nooit tegen je kind dat het fysiek moet terugvechten. Voor jezelf opkomen met een assertieve verklaring en fysiek ‘geweld’ gebruiken zijn twee heel verschillende dingen.
Bron: parent.com