Kleedgeld is een heel fijn hulpmiddel in de financiële opvoeding. En bij de opvoeding in zijn geheel, want kleding wordt voor tieners natuurlijk een stuk belangrijker in de reis naar het vinden van hun eigen identiteit. Je merkt al aan het eind van de basisschool dat je niet zomaar meer kleding mee hoeft te nemen, want de kledingsmaak verandert en zelfs de kinderen die je altijd alles aan kon trekken beginnen nu ineens een mening te hebben over de leuke items die jij gekocht had (en nu dus mooi weer terug kon brengen). We spreken uit ervaring, dat merkte je vast al.
Kleedgeld helpt je dus om discussies rond kleding en het budget te voorkomen. Dat is het voordeel voor jou. De voordelen voor je kinderen zijn dat ze zelf de vrijheid hebben om hun kleding te kiezen, dat ze leren omgaan met een budget en dat ze meer gevoel krijgen voor de kosten en de waarde van kleding (en er daardoor ook vaak een stuk zuiniger mee omgaan, toch nog een extra bonus voor jou). En als ze een wat duurdere smaak hebben, leren ze ook gelijk te sparen. Want de duurdere aankopen redden ze vaak niet met één maand kleedgeld.
Wanneer geef je kleedgeld?
Kleedgeld geef je (digitaal) iedere maand. We horen ook varianten waarbij het per kwartaal wordt overgemaakt na het ontvangen van de kinderbijslag (Nederland), maar dat adviseren wij niet. Het is dan een te groot bedrag in één keer voor deze leeftijd. Ze kunnen nog onvoldoende plannen met hun geld om dat op die manier aan te kunnen.
Je kunt starten met het geven van kleedgeld vanaf het moment dat ze naar de middelbare school gaan. Wij adviseren een jaartje later, omdat het eerste schooljaar al genoeg veranderingen en verleidingen met zich meebrengt. Laat ze eerst maar even wennen aan de nieuwe omgeving, het nieuwe ritme, nieuwe vrienden, lunchgeld en dat soort dingen. Dan hebben ze daarna iets meer ruimte om ook het kleedgeld-stuk te gaan ontdekken.
Volgens het Nibud-scholierenonderzoek ontvangen jongeren tussen dertien en achttien jaar gemiddeld 50 euro per maand. Vaak is dit bedoeld voor de ‘gewone’ kleding en wordt bijvoorbeeld de sportkleding nog gewoon door de ouders betaald. Hoeveel jij wilt geven hangt natuurlijk ook gewoon af van jouw eigen budget en wat jij denkt dat past bij jouw kind.
Afspraken rond kleedgeld
Net als bij zakgeld, is het belangrijk om vooraf weer met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken (en vast te leggen) over het kleedgeld. Denk eens aan de volgende afspraken:
- De hoogte van het bedrag.
- Op welk moment ze het ontvangen (welke dag).
- Met welke frequentie ze het ontvangen (bv. maandelijks).
- Waaraan ze het mogen uitgeven (en waaraan zeker niet). Denk bijvoorbeeld ook aan afspraken over het kopen van ondergoed, sokken, winteraccessoires, sportkleding, (sport)schoenen en speciale feesten (zoals kerst of bruiloften).
- Hoe om te gaan met voorschotverzoeken, bijvoorbeeld als er een sale is?
- Hoe om te gaan met kledingstukken die kwijt zijn geraakt of kapot zijn gegaan?
Bespreek ook vooral wat er gebeurt als ze het uitgeven aan iets anders dan kleding. Of als ze het kleedgeld van vele maanden uitgeven aan één duur item, terwijl ze ondertussen uit de rest van hun kleding groeien. Dat antwoord kan natuurlijk heel kort zijn, want dat is namelijk hun eigen verantwoordelijkheid. Maar bespreek wel vooraf duidelijk dat het dus ook echt hun verantwoordelijkheid is dat ze een warme jas hebben in de winter, kledingstukken die nog passen en dat soort dingen.
Soms heb je ineens een situatie waarin je wel een beetje moet meedenken, want wat doe je bijvoorbeeld als je kind in een halfjaar tijd drie maten groeit?
Mijn dochters groeiden voorbeeldig volgens de groeicurve. Ieder jaar een paar centimeters langer en de kleding groeide langzaam mee. Oké, soms was een broek meer modelletje hoogwater geworden, maar met een leuk laarsje eronder kon dat nog prima. Mijn zoon groeide in een halfjaar tijd van jongensmaat 158 naar herenmaat S. De mouwen van zijn winterjas zaten meer richting elleboog dan pols. In deze situaties waarbij groei niet gelijk loopt met de spaarpot, is meedenken over oplossingen welkom. — Annelou
Ouders zien in kleedgeld dé manier om besef van de waarde van kleding bij te brengen. Maar in de praktijk gaat het vaak anders. Let op: kids zijn meesters in ‘meer voor minder’ en hoppa, je vindt ineens een kledingkraam van dubieuze kwaliteit op de slaapkamervloer. Hun stijl verandert sneller dan een kameleon van kleur en die ‘creatieve’ outfits zijn niet altijd een hit bij de familie. Tja, kwaliteit verliest het soms van kwantiteit. En daar zit je dan, met je goede intenties. Het sleutelwoord? Loslaten. Geef ze de ruimte om fouten te maken. Zo leren ze het meest – en wij stiekem ook.
Meer lezen: Later word ik rijk

Wees gerust: je hoeft heus geen expert te zijn om je kind bewust te leren omgaan met geld. In dit no-nonsenseboek nemen twee financieel deskundigen (en moeders) je mee langs de how-to's van financieel opvoeden, met concrete tips voor alle leeftijden, makkelijk te onthouden vuistregels en verrassende hersenweetjes.
Je leert waarom zakgeld geven geen heilige graal is, waarom je je kind die dure sneakers soms gewoon moet laten kopen en wat de juiste leeftijd is om hen te waarschuwen voor geldcriminelen. Tot slot geven ze je mee hoe je stap voor stap kunt bouwen aan een rijke mindset, en waarom die meer te maken heeft met vrijheid en met sociaal kapitaal dan met je bankrekening.
Een must-read voor iedere ouder, geen enkele voorkennis vereist!