We hebben geen 18, maar wel 30 zomers met onze kinderen!

12/03/2025

Door Mama Els

Je hebt ze vast en zeker al gehoord: de uitspraak over de 18 zomers die je maar met je kinderen kunt doorbrengen. Misschien zorgt dat getal voor paniek, of net niet, maar daar is totaal geen reden voor. Want uit recent onderzoek blijkt dat we misschien toch meer tijd hebben.

Je hebt maar 18 zomers met je kinderen! Die uitspraak speelt meer en meer door mijn hoofd naarmate de jongens ouder worden. De oudste wordt volgende maand 14… Dat zijn dus nog maar VIER zomers! De eerste jaren zijn we weinig of niet op vakantie geweest met de kinderen en tijdens de corona-jaren was het ook noppes, dus dat waren al enkele verprutste zomers. Oh help, we geraken zelfs niet meer aan 18! Zo jammer!

30 zomers

Zo’n vaart hoeft het niet te lopen, blijkt nu. Want volgens onderzoek van Immoweb naar het verhuisgedrag van de Belgen, wacht meer dan 20% van onze landgenoten tot hun 30ste om het ouderlijke nest te verlaten. Oef! We hebben dus geen 18, maar misschien zelfs 30 zomers met onze kinderen! Als we ervanuit mogen gaan dat ze bij die 22% horen én toch nog graag met mama en papa op vakantie gaan dan toch.

Pff, 30 zomers… Dat is nu ook weer wat té lang, naar mijn gevoel. Ergens tussenin lijkt me ideaal. En zo denken onze landgenoten er ook over, want de gemiddelde leeftijd waarop Belgen het ouderlijk huis verlaten is 22 jaar. Dat is iets later dan in onze buurlanden: in Frankrijk is het gemiddelde 21 jaar en in Duitsland 20,5.

Terug naar het nest

Maar wie uitvliegt, is daarom nog niet voorgoed weg. Want uit de studie blijkt ook dat 17% van de Belgen na hun eerste stapjes op eigen benen toch nog even terugkeert naar het ouderlijk huis. Mogelijke redenen daarvoor zijn het stuklopen van een relatie, onzekerheid op het werk, problemen met het vinden van een woning of het afsluiten van een lening, of om wat extra te kunnen sparen tijdens bouw- of verbouwingswerken. Het ouderlijke nest blijft dus vaak een toevluchtsoord.

Wat een geruststelling! Hoeveel zomers we precies zullen hebben met onze kinderen, dat weet dus niemand. Maar dat we er dubbel en dik van moeten genieten zolang de kroost nog onder onze vleugels wil meevliegen, dat is een zekerheid. En wie weet... misschien volgen er later nog zoveel zomers met kinderen én kleinkinderen, dat we eens een jaartje gaan smeken om alleen op reis te gaan.