Iedereen lijkt elkaar wel tegen te spreken en mijn ervaring is dat er vaak gekozen wordt voor een oplossing. En die oplossing is het uitvoeren van de frenectomie. Maar wat als ik zeg dat dit meestal niet de oplossing is voor het zuigprobleem?
Ik dook in de literatuur en ik moest niet zo heel diep gaan zoeken om een schat aan wetenschappelijke onderzoeken terug te vinden. Het strookte met mijn bevindingen, maar het was langs de andere kant ook wel wat zorgwekkend.
Een onderzoek (1) meldt dat 4 tot 11 % van de pasgeborenen effectief een te korte tongriem heeft. Dat is een behoorlijk aantal, maar - ik heb geen exacte cijfers - volgens mij wordt er zelfs veel meer ingegrepen. Er is op dit moment geen studie die aantoont dat het klieven van de tongriem zinvol is in het kader van voedingsproblemen. We kunnen ook de omgekeerde conclusie trekken: er is ook geen studie die aantoont dat het niet zinvol is.
Als een tong echt helemaal vasthangt aan de mondbodem en het verhemelte niet kan raken, dan vind ik het persoonlijk wel een zinvolle ingreep. We kunnen geen correcte zuigbewegingen en slikact verwachten als de tong niet kan bewegen. Wat me echter wel verontrust, is dat heel veel zorgverleners zonder de correcte kennis doorverwijzen voor een frenectomie bij borstvoedingsproblemen. Niet zelden komen ouders bij mij op consult met de uitdrukkelijke vraag om de tongriem te controleren. Ik zie misschien 1 kindje per jaar waarbij ik dat effectief nodig acht. Alle anderen hebben dan misschien wel een zichtbaar tongriempje dat bij de één al wat korter zal zijn dan bij de ander, MAAR de tong doet functioneel wat ze moet doen.
Er zijn heel wat misvattingen over de tongriem. Vergeet niet dat het een deel van onze anatomie is en dat dit verder kan meegroeien. Als een kind geen voedingsproblemen ervaart, dan hoeft er zelfs helemaal niet naar dat riempje te worden gekeken. Dat er later spraakproblemen zouden zijn, is helemaal niet bewezen. Opnieuw geldt hier: kan de tong het verhemelte raken, dan is er functioneel geen probleem.
Baat het niet dan schaadt het niet? Daar ben ik het alvast niet mee eens. Het klieven kan een traumatische ervaring zijn voor het kind in het mondgebied waardoor voedingsproblemen nadien zelfs erger kunnen worden. Daarnaast worden vaak postoperatieve oefeningen meegegeven waarbij de ouder de tongriem moet stretchen. Ook dit kan voor de baby als vervelend worden ervaren. Daarom vind ik het erg belangrijk om je goed te informeren over de noodzaak tot klieven en niet zomaar eender welk advies op te volgen. Onthoud: borstvoedingsproblemen zijn zelden het gevolg van een te korte tongriem. Het kan maar het moet grondig bekeken worden door een professional, andere oorzaken moeten uitgesloten worden en de tongriem moet functioneel te kort zijn.
Hoe ga ik te werk bij controle?
Er zijn verschillende opties wanneer iemand zich aanmeldt.
- Er zijn geen voedingsproblemen maar de ouders vernamen dat er mogelijks sprake is van een te korte tongriem. Ik bekijk de borst-of flesvoeding. Verloopt die optimaal? Dan is er geen reden om de tongriem te behandelen
- Er zijn voedingsproblemen en de tong kan het verhemelte niet raken. In dit geval verwijs ik door voor het uitvoeren van een frenectomie
- Er zijn voedingsproblemen, de tongriem ligt vooraan en ziet er zichtbaar korter uit. Tijdens mijn observatie van het zuigen ga ik na of de voedingsproblemen mogelijks kunnen veroorzaakt worden door verminderde beweeglijkheid van de tong. Daarnaast vraag ik aan de ouder om de tong tot aan het verhemelte te heffen. Is dit mogelijk? Dan starten we de prelogopedische behandeling op, want dan zal de tongriem de zuigproblemen niet verklaren. Soms is het echter geen zwart-witverhaal en is er ook bij mij enige twijfel. Is mijn behandeling onvoldoende effectief na 1 à 2 weken? Dan zal ik alsnog doorsturen voor een frenectomie.
Belangrijk om te vermelden is dat dit steeds individueel moet worden bekeken. Het is onmogelijk om advies te verstrekken op basis van enkel een foto.
Meer lezen: De essentiële gids over mondmotoriek en voeding bij baby's en peuters

Eten, drinken, slikken... het lijkt vanzelf te gaan. Tot het dat niet doet.
Of je nu een baby hebt die de fles weigert, een peuter die alles uitspuwt, of je gewoon wil weten hoe je kindje leert kauwen en slikken: deze gids is voor jou.
Logopediste Céline Ruysschaert legt op een heldere en geruststellende manier uit hoe de mondmotoriek zich stap voor stap ontwikkelt – en waarom dat zo belangrijk is voor voeding, spraak en nog veel meer.
- Wat is normaal, en wanneer schakel je hulp in?
- Speciale aandacht voor fopspenen en duimzuigen, reflux, tongriemen en open mondgedrag
- Praktische tips voor thuis, herkenbare ervaringsverhalen en duidelijke illustraties
Een onmisbare gids voor ouders, vroedvrouwen, logopedisten en iedereen die jonge kindjes ondersteunt.

