4 tips voor lange autoritten met kleine kinderen

Favoriete seizoen

De zomer is altijd al, by far, mijn favoriete seizoen geweest. Niet alleen verjaar ik dan (ok, egocentrisch. Maar toch: whoop, whoop, feestje!), de zomer heeft gewoon op mij een magisch effect. Echt, mijn kindjes ruiken dan precies beter: beetje een mengeling van koekjes, wat vuiligheid en zonnecrème.  Lange zomeravonden met heerlijk eten en dito wijn (but of course). Aardbeien, mojito en ijsjes (3 woorden die zelfs geen deftige zinsbouw nodig hebben). Uren buiten spenderen en jezelf in een tijdloos moment dwingen.

And last, but most important: Wij gaan op reis (mag ik me nog een tweede keer ‘whoop whoop’ permitteren?).

Intussen zijn we al getrainde * ahum hum * reizigers met onze twee dochters. Aangezien manlief nogal panisch reageert in een vliegtuig (mihihihi), gaan we steevast met de wagen. Omdat we toch vaak de vraag krijgen waarom we het onszelf überhaupt aandoen om lange autoritten te maken met kleine kinderen die amper 5 minuten kunnen stilzitten (gepaard met ogen die soms pure angst uitstralen), dacht ik van eens wat tips op een rijtje te zetten.

1. Alles binnen handbereik

Voorzie alles binnen handbereik. Bij ons rijdt de pater familias heel de rit, so be prepared op vele keren: ‘mamaaaaaaaaaa….’ . En ik ken mijn pappenheimers. Ik hou een paar zaken echt close by: plastieken zakjes (oorspronkelijk voor vuilnis, maar overgeefsel kan soms een surprise act doen), een vochtig washandje en drinken in lekvrije bekers (anders krijg je dit: ‘Mama,  ik ben nat en ik wil dat mijn t-shirt nu uitgaat. Nú!!!!!’)

Om te eten stoppen we meestal. Mijn jongste eet immers als een uitgehongerde poema (yup, zelfs door het koekpapiertje!). Maar, ik hou wel altijd wel een emergency snack bij de hand voor mochten we in de file staan of ja… Om even rust en stilte te krijgen (pedagogie is soms ver te zoeken, I know). De emergency snack mag iets zijn wat ze heel lekker vinden en waar je instant happy faces mee krijgt en misschien zelfs een ‘jij bent de beste mama van de wereld!’

2. Afleiding

Voorzie genoeg afleiding voor onderweg. Zeker met jonge kinderen, kan het soms een uitdaging zijn (hallo, stuiterende peuter!). Dvd’s doen het bij ons niet goed. De oudste kan er soms nog even stil mee zijn, maar de kleinste dochter heeft de dvd-speler na 10 minuten al van de zetel gerukt (true story!). Doen het wel goed: magnetische boeken of magnetisch tekenbord, luistercd’s (echt, trip down memory lane bij het aanhoren van ‘Vrouw Holle’), kleurboeken en potloden (GEEN stift. Trust me, zelfs wasbare stift gaat niet meteen van een peutergezicht. Again, true story), stickerboeken. En als het echt niet anders kan, eens een spelletje op de tablet.

Wil je wat interactie, dan zijn de old fashioned spelletjes ook super. Google eens ‘spelletjes voor onderweg’ en je hebt inspiratie voor een hele lange rit!

3. Pauzeren

Stop regelmatig, ongeveer elke 2u. Tenzij 1 van de kids in een comateuze slaap is gesukkeld. In dat geval, geniet ervan! En profiteer ervan om eens goed te kunnen doorrijden.

Ik zie frequent de tip voorbijkomen om te stoppen bij een speeltuin. Maar mijn kinderen zijn verslaafd aan speeltuinen en krijg ik bijgevolg met geen stokken meer in de auto. Zelfs niet met de emergency snack. Je kan er dus voor opteren om op voorhand een beetje uit te zoeken waar de speeltuinen zijn. Maar als je wil vermijden dat je 1 van de kinderen bijna chirurgisch moet verwijderen van de glijbaan, neem gewoon een bal mee en laat ze eens goed crossen op een grasplein (minus de hondendrollen!).