8119fi.jpg

It takes a village to raise a child

5/05/2022
Mamabaas
Door Mamabaas

It takes a village to raise a child: een gezegde dat ik bij zoon nummer één niet begreep. Ik was de mama, ik las alle boekjes, ik moest de regeltjes volgen, ik moest dit dragen. Hulp? Wat een woord ... daar had ik zelfs de fut niet meer voor.

Nu, je moet weten, ik had een stortbevalling doorgemaakt, tien verschillende vroedvrouwen aan mijn bed die zeiden hoe ik wel of niet moest borstvoeden, een zoon die meer dan 10% van zijn geboortegewicht vlotjes kwijtspeelde, afkolven ...  Die machines waren een foltering, want er kwam niets uit, ook daar weer veel reactie wat ik moest en niet mocht doen. Bezoek op mijn kamer met allemaal hun ideeën en verhalen (allemaal goed bedoeld). Thuis aangekomen zag ik de zon opkomen en ondergaan en deed ik niets anders dan borstvoeding geven in mijn eentje thuis. Slapen, daar deden we niet aan ...

Kortom, chaos.

Mijn lieve echtgenoot deed zijn best om me te helpen, mijn ouders wilden helpen, familie bood hulp aan ... Maar ofwel hoorde ik het niet, ofwel zag ik het niet gecombineerd in mijn gestructureerde chaos met slaaptekort.

Je leest het al ... het sleutelwoord bij de kraamweken van zoon nummer één: chaos. Na acht weken is het beginnen goed te komen, en na zes jaar hadden we met onze eerste zoon een gelukkig en goed draaiend gezinnetje.

En toen kwam zoon twee. Na zes jaar begonnen we opnieuw, met deze voorgeschiedenis meedragend.

Wat ging er anders:

  1. Zoon één moest ergens kunnen slapen wanneer ik moest bevallen. Dus ik vroeg om hulp. Mijn mams en paps waren de babysits van dienst én meteen van in het begin betrokken bij de bevalling.
  2. Regels rond bezoek: de eerste twee weken geen bezoek. Geen vragen, enkel ons coconneke. Een zaligheid.
  3. Buiten komen. Wandelen. Al is het tien minuten. Het kan, het mag.
  4. Dat schreeuwtje van je kind klinkt steeds hetzelfde, ja echt! En als mama weet je niet altijd wat je moet horen. Trial en error dus, en dat is perfect ok. Weet dat je de komende weken toch op 50 cm van elkaar leeft en die herkenning komt heus wel. Bye bye boekskes, hello intuïtie.
  5. Een goede vroedvrouw. Dat betekent een wereld van verschil. Ze moet jou begeleiden, niet enkel het gewichtje van je zoon opvolgen. Wisselen van vroedvrouw was voor mij het keerpunt bij zoon één.
  6. Naar de zee gaan. Uitwaaien. Zoon één content, zoon twee sliep beter. Les geleerd: veel buiten zijn!
  7. Familie kan je de nodige peptalk bezorgen rond borstvoeding, maar eerst moet je je wel kwetsbaar opstellen en durven meegeven dat het niet zo lukt. Nobody's perfect. Echt! Stel jij je kwetsbaar op, dan doen anderen dat ook.
  8. Last but not least, mijn ouders zijn er in week drie tot vijf dagelijks geweest. Even overnemen en eens rustig douchen of naar het toilet gaan ... Het brengt rust en vooral structuur in je hoofd.

Conclusie na vijf weken met zoon twee: It does take a village to raise a child!

 

Veerle Claessens