Ongeveer negentig procent van de groei van onze hersenen vindt in de loop van onze eerste vijf levensjaren plaats, maar de groei in die eerste duizend dagen is echt spectaculair. Op geen enkel ander moment in ons leven maken onze hersenen zo’n waanzinnig leer- en ontwikkelingsproces door als in deze periode. Ze zullen met andere woorden nooit meer zo snel groeien en leren als in die duizend dagen.
Al onze ervaringen (motorisch, sensorisch, cognitief, sociaal en emotioneel) worden als het ware vastgelegd in de vorm van verbindingen in onze hersenen. Op dit moment is er een wetenschappelijke consensus dat de ervaringen die we opdoen in die eerste twee à drie jaren onze ‘belangrijkste’ ervaringen zijn, aangezien ze fundamentele patronen in onze hersenen aanleggen, die ons gedrag, onbewust, blijven beïnvloeden. Onbewust, omdat we ze ons niet meer kunnen herinneren, maar we hebben ze wel gevoelsmatig opgeslagen.
Je zou kunnen zeggen dat deze periode een kwetsbare periode is, maar ook een periode vol potentieel. Hij hoeft dus niet als een soort zwaard van Damocles boven ons hoofd te hangen; je kunt hem ook in je voordeel gebruiken. In plaats van je angstig of gestrest te voelen of te twijfelen over wat je allemaal verkeerd zou kunnen doen of al gedaan hebt, kun je deze kennis als ouder juist gaan gebruiken om je kleine kind beter te kunnen lezen, en kun je er gebruik van maken om de ontwikkeling van je kind mee te ondersteunen.
Hoe groeit het brein eigenlijk? De vroegst stadia van de hersenontwikkeling worden bepaald door de genen. Onze genen zorgen voor de basisbedrading, maar ontwerpen niet de volledige structuur van onze hersenen. Ze stellen ons in staat om te reageren op de omgeving (er is gevaar, dus we lopen weg). Ons brein evolueert dus in relatie tot de omgeving. De wetenschap die zich hiermee bezighoudt, noemen we de epigenetica.
Onze eerste omgeving is de baarmoeder. Anna Verwaal verwijst hiervoor in haar vele lezingen naar de ‘marinade’ of het ‘sausje’ waarin we groeien en gedijen. Tijdens de volledige zwangerschap functioneren moeder en baby als het ware als een elkaar steeds beïnvloedend organisme. Niet alleen de moeder draagt dus zorg voor de gezonde ontwikkeling van de nog ongeboren baby, maar de hele omgeving rond de zwangere vrouw kan ervoor zorgen dat de toekomstige moeder de nodige rust, zorg en steun vindt, zodat de ‘eerste’ omgeving voor het ongeboren kind een ‘veilig’ sausje is.
Onze tweede omgeving is, tot onze fysieke dood, de fysieke wereld, waarin we al onze ervaringen opdoen.
De wetenschap bevestigt dat de impact van deze ‘omgevingen’ nooit meer zo groot zal zijn als in de periode van die eerste duizend dagen. Bovendien speelt de impact van die eerste jaren op alle gebieden van onze ontwikkeling een rol: op psychologisch vlak (ons welbevinden en zelfbewustzijn), op sociaal gebied (hoe we in relaties zijn en ons verhouden tot de wereld) en zelfs op fysiek gebied (onze gezondheid).
Kort samengevat: onze genen vormen dan wel de ‘blauwdruk’ van onze hersenen, maar het zijn de omgeving en de ervaringen die we opdoen die bepalen hoe onze hersenen zich ontwikkelen.
Meer lezen: Mijn Peuter

Stap binnen in de fascinerende wereld van je peuter. Mijn Peuter neemt je mee op een boeiende reis door het ouderschap en biedt, samen met het boek Mijn Baby, een diepgaand begrip van de eerste duizend dagen van je kind. Ontdek de wetenschap achter de ontwikkeling van het peuterbrein en krijg waardevolle inzichten in denkvermogen, tijdsbeleving, temperament en emotionele groei.
Mijn Peuter behandelt essentiële onderwerpen zoals slaap, voeding, groei en belangrijke mijlpalen. Van de komst van een broertje of zusje tot de overgang naar school en het omgaan met andere veranderingen, dit boek voorziet je van de kennis en handvatten om de terrible two-fase met glans te doorstaan.
Met talloze inzichten helpt Mijn Peuter je om je kind beter te begrijpen en zelfverzekerder te worden in je rol als ouder. Een onmisbaar boek voor iedere ouder die de unieke reis van het ouderschap ten volle wil beleven!