tiener en mama

10x wat tieners zeggen versus wat ze écht bedoelen

8/12/2023

Alle puberouders met een beetje ervaring weten het wel: wat je tiener zegt komt niet altijd 100% overeen met de realiteit. We bieden je daarom graag deze verklarende woordenlijst aan, zodat je de uitspraken van je tiener juist kan interpreteren: 

  1. ‘Ik doe dat zo meteen!’ 
    = ‘Ik zal dat doen als ik dit spelletje heb uitgespeeld, die 37 berichtjes heb beantwoord en die reeks van 217 selfies heb gemaakt. Of misschien doe ik het gewoon nooit, ik zal nog wel zien.’
  2. ‘Dat heeft die leerkracht zeker niet gezegd!’ 
    = ‘Ik heb dat niet gehoord. Misschien heeft hij het wel gezegd, maar was ik niet aan het opletten. Of misschien heeft hij het echt niet gezegd. Weet ik veel.’ 
  3. ‘Jaja, ik heb de tafel afgeruimd.’ 
    = ‘De vuile vaat staat niet meer op tafel. In de vaatwasser? Nee, dat nu ook weer niet; ik heb alles gewoon op het aanrecht gedumpt.’ 
  4. ‘Ik ga slapen.’ 
    = ‘Ik ga naar mijn kamer. Daarna ga ik eerst een halfuur zoeken naar de perfecte outfit voor morgen en daarbij alle afgekeurde kledingstukken op de grond gooien om daarna nog twee uur op mijn smartphone te scrollen tot het veel te laat is. En morgenochtend geraak ik niet uit mijn bed.’ 
  5. ‘Ik ben totáál niet verslaafd aan mijn smartphone.’ 
    = ‘Ik zou in principe zonder mijn smartphone kunnen. Mocht ik dat willen. Maar dat wil ik dus niet. En dan zou ik dat zéker tien minuten volhouden. Mínstens!’ 
  6. ‘Ik heb niets om aan te doen.’ 
    = ‘Ik heb gisteren drie verschillende outfits aangehad, en er ook nog een paar gepast, en nu weet ik niet meer goed wat vuil is en wat niet dus heb ik alles maar gewoon op de grond gegooid. Ik ben ook vergeten om mijn vuile was in de wasmand te gooien, waardoor er niets gewassen is. En nu is mijn kast leeg.’ 
  7. ‘Maar iedereen mag gaan!’ 
    = ‘Er is één klasgenoot die denkt dat die wel zal mogen gaan. De rest weet het nog niet, maar als we allemaal onze ouders kunnen overtuigen van het feit dat die anderen mogen, dan zou het weleens kunnen dat we uiteindelijk effectief allemaal mogen gaan.’ 
  8. ‘Ik moet studeren.’ 
    = ‘Ik heb geen zin om de vaatwasser te legen, op te ruimen of te helpen met het eten. Ik zit liever totaal ongemotiveerd aan mijn bureau wat doelloos te scrollen, rond mij te kijken en te bedenken wat ik nog allemaal kan doen. En jaja, tussendoor zal ik ook weleens door mijn boeken bladeren.’ 
  9. ‘Wij hebben nooit iets lekkers in huis!’ 
    = ‘Ik heb net een half brood, drie kommen cornflakes, vier koekjes en een halve fruitmand naar binnen gespeeld, maar ik heb nog honger.’ 
  10. ‘Hmmm.’ 
    = ‘Ik hou ook van jou!’