tiener met konijn

Dierenvriend

28/04/2023

Onze Robin van veertien is een grote dierenvriend. Omdat Marcel zo belachelijk allergisch is aan alles waar een beetje haar op staat (behalve mensen dan), hebben we geen huisdieren, maar tuindieren des te meer. Enkel kippen en konijnen, maar dan wel veel. 

Ik zou zelfs durven stellen dat het er té veel zijn, maar ik doe het maar niet, want anders gaat de dierenvriend op zijn paard zitten. Want die zou er zelfs nog wat dieren bij willen hebben. Een huisvarken bijvoorbeeld, want dat heeft niet veel haar. maar omdat we het gevoel hebben er al een te hebben (ik noem geen namen), komt dat er niet in.

Maar goed, de dieren die we hebben, mogen wel blijven, daar doen we niet moeilijk over. Maar genoeg is echt wel genoeg.

Het lijkt moeilijk te geloven als je onze bende konijnen ziet, maar we begonnen ooit met één gecastreerd konijn. Even later kwam het vrouwtjeskonijn van de buren erbij, want dat was eenzaam, maar de buren dachten dat ze te oud was om nog kleintjes te krijgen. Dat dáchten ze.

Toen we een paar weken later even een mannetjeskonijn te logeren hadden, bleek dat fout gedacht. Enfin ja, daar kwamen we achter toen dat mannetjeskonijn al een tijdje weer thuis was. En ik geef het toe, een slimme zet was het sowieso niet om die konijnen samen te zetten.

Gelukkig hadden we even tijd om een tweede hok te voorzien, want de kleintjes waren pas vruchtbaar vanaf zes maanden. Dacht Robin. Maar hij had zich bij het opzoeken vergist van ras, en het bleek bij die van ons vier maanden te zijn. Nieuwe kleintjes dus.

Uiteraard lieten we ons geen tweede keer vangen, en we zorgden er ruim op tijd voor dat de mannetjes en vrouwtjes strikt gescheiden zaten. Bij de vrouwtjes zat geen enkel konijn met ballen. Dachten we.

Ik had ooit een leraar die geregeld ‘je moet niet denken, je moet nádenken’ zei. Hij had toch wel een punt. Want de secundaire geslachtskenmerken van een van de mannetjes ontwikkelden blijkbaar wat later dan die van de andere, dus die zat bij de verkeerde groep en maakte daar helaas dankbaar gebruik van. Weer kleintjes dus.

Enfin, intussen zitten ze al een hele tijd juist gescheiden, maar toch was het afgelopen lente wéér prijs, toen een vrouwtje wist te ontsnappen, na twee uur teruggevonden werd door Robin aan de rand van het bos bij onze tuin, en in die korte tijd blijkbaar een wilde konijnenvriend met benefits had weten te vinden.

Half wilde babykonijntjes zijn ook lief, hoor, daar niet van. Maar toch.

Ik weet niet precies hoeveel konijnen we intussen hebben (een stuk of vijftien, denk ik, er zijn er ook een aantal gestorven), maar meer dan genoeg, dat kan ik wel zeggen.

En natuurlijk kunnen er geen weg ter adoptie, want Robin heeft de meeste zo ongeveer eigenhandig grootgebracht en is aan allemaal erg gehecht. En ze mogen ook niet in een stoofpotje met pruimen, dat heeft Marcel al vaak genoeg gevraagd.

Hoe leuk Robin het ook vindt om veel dieren te hebben, als je er veel hebt, dan is de kans natuurlijk groter dat er af en toe iets scheelt met een ervan. Zo ook gisteren. Konijn Bert was niet erg levendig en wou opeens niet meer eten, wat bij konijnen vlug gevaarlijk kan zijn. Marcel had er tegen Berts zin toch wat eten ingeduwd, en had het buikje gemasseerd, maar we zagen niet echt verbetering.

Ik las online dat we de dierenarts moesten inschakelen als hij de dag nadien nog altijd niet zelf wou eten en informeerde Robin, die met een blik vol paniek reageerde met: ’Maar morgen is hij DOOD!’

Zuchtend belde Marcel onze dierenarts om advies, maar die was op familieweekend en kon niet veel doen, behalve zeggen dat het niet zeker was dat Bert erdoor zou komen. Marcel gaf die boodschap eerst zo door aan mij, en even later aan Robin, maar dan een beetje anders verpakt: ‘Waarschijnlijk zal hij het niet overleven.’

Marcel! 

Enfin, de dierenarts gaf ook nog de naam door van een andere dierenarts, die niet opnam, maar we kregen toch nog een professional te pakken, die adviseerde Bert een pijnstiller te geven (die we gelukkig nog in huis hadden) en om dan tot vandaag af te wachten en te komen als hij dan nog steeds niet zelf at.

Gisterenavond begon konijn Bert weer te eten en werd hij duidelijk energieker. Lieve lezers die denken dat Robin dan wel gerustgesteld zal zijn geweest, tja, die zijn mis, hè.

Ik citeer:

‘Denk jij dat Bert morgen nog leeft?’
‘Denk je dat Bert de nacht gaat doorkomen?’
‘Hoeveel procent zeker is het volgens jou dat Bert dit gaat overleven?’
‘Het is wel heel zielig voor zo’n jong konijn als Bert om misschien al dood te gaan, hè.’
‘Ik heb echt veel stress, want Bert is heel heel ziek.’
‘Denk jij dat Bert morgen genezen zal zijn?’
‘Mogen we het advies van de dierenarts wel zomaar vertrouwen?’

En dat zei hij dus allemaal nádat Bert weer at en flink bewoog. Maar ik ben geduldig en begripvol kunnen blijven, goed hè. En vandaag huppelt Bert weer rond alsof er niets aan de hand is en schrokt hij alles op wat je hem voorhoudt. En Robin ook.


Deze blog verscheen eerder op Moederaandehaard.
 

Bestsellers

cover ouders komen van mars

Ouders komen van Mars

€ 21.99
mok legendaddy

Koffiemok | legendaddy

€ 16.95
to do hero gezinsplanner

To Do Hero: Gezinsplanner

€ 18.99

Meilleures ventes