vrouw aan het raam

Ik ben bang dat ik mijn kinderen kapotmaak, als ik voor mezelf kies

4/08/2025
Mamabaas
Door Mamabaas

Ik ga iets zeggen wat ik nog aan niemand écht heb durven toegeven. Iets wat al maanden, als ik eerlijk ben … jaren, in mijn hoofd sluimert. Soms fluistert het zacht, soms schreeuwt het zo luid dat ik het niet meer kan negeren: Ik wil eigenlijk weg. Ik wil scheiden. Niet omdat ik iemand anders heb. Niet omdat hij ‘slecht’ is. Maar omdat we geen ‘wij’ meer zijn.

We leven samen, dat wel. We sturen elkaar berichten over wie de jongens moet ophalen, bespreken wie wanneer studeert of gamet, en maken flauwe mopjes over hun eeuwige rommelige kamers. Maar het voelt… leeg. Hij is mijn huisgenoot geworden. Een soort collega-ouder. Vrienden zijn we zelfs al lang niet meer. We praten, ja. Over de planning. Over wie naar de training rijdt. Over welke boodschappen we moeten halen. Maar nooit over ons. Nooit over hoe we ons voelen. Nooit over wat we missen. En ik mis zó veel.

Er is geen intimiteit meer. Geen interesse. Geen warmte. En ik voel me meer en meer alleen, ook al zit hij in dezelfde zetel.
En toch blijf ik.
Waarom? Omdat ik bang ben. Niet voor het alleen-zijn – dat bén ik eigenlijk al. Maar voor mijn kinderen. Onze jongens, net in die wankele tienerjaren.
Hoe zal het zijn om hen maar de helft van de tijd bij me te hebben? Gaan ze denken dat ik wegging van hén?
Maak ik hen kapot, als ik voor mezelf kies?

Ze zijn mijn alles. Mijn hart klopt in twee lichamen buiten mezelf. En ik kan me niet voorstellen om op woensdagavond niét te weten hoe hun dag was. Om op zondagavond alleen de tafel te dekken. Om de helft van hun verhalen te moeten missen.

Maar… ik voel ook: als ik blijf in dit ‘niets’, dan verdwijn ik beetje bij beetje. Ik word een schim van mezelf. En wat voor voorbeeld geef ik dan? Dat je jezelf moet opofferen? Dat ongelukkig zijn de prijs is voor stabiliteit? Ik weet het niet.

Ik ben moe. Van het doen alsof. Van het hopen dat het nog komt. Van het doorschuiven van dit gevoel naar 'ooit'.

Misschien is het nog niet het moment. Misschien moet ik nog praten. Misschien komt er nog iets terug. Maar misschien… is dit gewoon het einde van ons als koppel.

En dan moet ik op een dag durven zeggen:
Ik kies voor mezelf. En dus ook voor mijn kinderen. Want zij verdienen een moeder die leeft. Geen moeder die alleen nog bestaat.