meisje studeert

Motivatie om te studeren? Op een schaal tot tien? Euhm, min tien?

26/04/2023
Mamabaas
Door Mamabaas

Hoeveel tieners zouden er bestaan die graag studeren? Ik ben ervan overtuigd dat er zulke exemplaren rondlopen, maar de kans is toch wel groter dat jouw tiener (net zoals de mijne) tot het tweede clubje behoort, dat van de onwillige studenten. Met als gevolg dat je als ouder vaak herleid wordt tot ‘de zeurkous’. ‘Mama, jij zeurt meer dan je ademt’, zei mijn tiener laatst nog.

Wat is er in godsnaam aan de hand?

Je hebt twee vormen motivatie: intrinsieke en extrinsieke. Bij extrinsieke motivatie komt de motivatie van buitenaf (bijvoorbeeld om een straf te vermijden of een beloning te krijgen). Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie vanuit de persoon zelf.

De voorkeur gaat naar intrinsieke motivatie, omdat dat betekent dat je tiener iets doet omdat hij het zelf wilt. En dat werkt altijd beter. We zien ook dat studeren met intrinsieke motivatie doorgaans makkelijker loopt en meer energie geeft dan wanneer je enkel studeert voor de punten of voor een andere beloning.

Wanneer je enkel gemotiveerd bent door iets extern, dan valt de motivatie ook weg zodra de straf of beloning wegvalt. Het is zelfs zo dat, wanneer iemand die intrinsiek gemotiveerd is voor een taak daar een beloning voor krijgt (en dus bovenop nog eens een extrinsieke stimulans krijgt), in bepaalde gevallen het plezier in die taak kan verliezen en op den duur enkel nog gemotiveerd zal zijn voor die taak als er een beloning aan vast hangt. Ga dus bewust en voorzichtig om met beloningen!

Wat heeft een invloed op intrinsieke motivatie? Drie woorden: autonomie, verbinding en competentie. Als je tiener laag scoort op een of meerdere van deze drie aspecten? Dan heeft dat effect op zijn intrinsieke motivatie om te studeren.

  • Autonomie

Tieners gaan een stuk kritischer nadenken dan jonge kinderen en niet meer zomaar klakkeloos aannemen wat ze op school moeten leren of doen. Ze stellen vragen over het waarom: ‘Wat heb ik daar later aan?’, ‘Moet dit nu echt?’ Ze hebben ook graag inspraak in hoe ze studeren of een vak aanpakken, en wanneer ze studiemomenten inplannen.

  • Verbinding met de leerstof

Tieners zijn heel erg zoekende naar zichzelf en hun interesses. Ze zullen pas echt gemotiveerd zijn om voor een vak te werken als ze de leerstof boeiend vinden en/of ze een klik hebben met de vakleerkracht. Een tiener die al weet dat hij vertaler/tolk wil worden, bijvoorbeeld, zal minder moeite hebben om zich in te zetten voor taalvakken. Maar eentje die nog geen idee heeft wat hij wil worden later …

  • Competentie

‘Hoe goed ben ik in dit vak of denk ik te worden?’ Tieners gaan zich pas inzetten voor iets als ze het gevoel hebben dat ze het goed (gaan) kunnen. Maar ook wanneer iets echt te makkelijk is zullen ze weinig gemotiveerd zijn om ermee aan de slag te gaan. Het is belangrijk dat ze op hun niveau uitgedaagd worden. 

Hoe zorg ik er dan voor dat mijn tiener toch dat schoolwerk ter harte neemt, zonder de zeurende ouder te zijn? 

Probeer te achterhalen waarom je tiener niet gemotiveerd is. Afhankelijk van waar het misloopt, zul jij je strijdplan moeten bepalen!

- Als je voelt dat het schoentje knelt bij de intrinsieke motivatie, probeer die dan te triggeren.

  • Intrinsieke motivatie is nog sterker dan extrinsieke motivatie, wanneer je iets doet omdat je er een beloning voor krijgt. Tieners zijn wel heel gevoelig voor beloningen, dus je kunt daar af en toe wel gebruik van maken, bijvoorbeeld bij grote proefwerken. Maar besef wel dat je dat niet voor elke toets of leermoment kunt doen, anders zal het effect snel uitgewerkt zijn. Je bankrekening zal je bovendien dankbaar zijn. (Beloningen hoeven trouwens niet altijd veel geld te kosten. Je kunt bijvoorbeeld de lievelingsmaaltijd van je kind klaarmaken. Dat is niet gigantisch duur – tenzij je een fan van kreeft in huis hebt, natuurlijk.)
  • Zorg dat je tieners voldoende autonomie ervaren bij het aanpakken van schoolwerk. Probeer samen een realistische planning te maken en niet te zeuren ‘of ze toch niet beter nog iets voor school zouden doen’ als ze op de bank hangen.
  • Geef je kinderen ook vertrouwen in hun competenties. Een compliment is vaak de mooiste beloning én kost niets. Bedenk dat je het zelf, op je job, ook belangrijk vindt om erkenning te krijgen om gemotiveerd te blijven. Tieners zijn daarin weinig verschillend. Ga zeker ook na of je kind voldoende uitgedaagd wordt of dat de lat op sommige vlakken misschien niet te hoog ligt.

- Stimuleer hun growth mindset. Deel bijvoorbeeld je eigen ervaringen. ‘Vroeger kon ik dat totaal niet, en het was echt moeilijk, maar door vol te houden ben ik er geleidelijk beter in geworden.’ Gebruik ‘groeitaal’: ‘Het lukt je nu NOG niet.’ Of: ‘Je kunt het NOG niet.’ Je kunt tonen dat jij ook nog regelmatig iets moet oefenen of proberen, en indien nodig hulp inschakelt om een probleem aan te pakken.

- Creëer ideale studeeromstandigheden. Dat hangt natuurlijk sterk af van kind tot kind, maar toch een aantal tips:

  • Is er een plek in huis waar je tiener rustig kan studeren? Uit onderzoek blijkt dat als je uit je ‘flow’ geraakt, onderbroken wordt dus, het 7 tot 15 minuten kan duren om je opnieuw op je werk te concentreren. Dat is zeker relatief, afhankelijk van situatie tot situatie en al helemaal van persoon tot persoon, maar toch. Het is duidelijk dat onderbrekingen energie en tijd kosten.
  • Sommige kinderen kunnen beter geen afleiding, geen visuele prikkels hebben. Andere kinderen hebben juist iets nodig om mee te prutsen om zich te kunnen concentreren. Bekijk wat werkt met en voor jouw kind.
  • Spreek misschien ook samen af om bijvoorbeeld de smartphone op bepaalde momenten aan de kant te leggen. Maak deze afspraken samen met je tiener, zodat die duidelijk voelt dat hij van jou autonomie krijgt. Als je de smartphone autoritair afneemt, is de kans groot dat je tiener toch maar zit te mokken op zijn kamer. En dus ook niet studeert.
  • Laat je tiener voldoende pauzeren. Uren aan één stuk doorgaan is meestal weinig productief.
  • En, heel belangrijk: zorg voor voldoende snacks. Een ouder met een goed gevulde koelkast is er in examentijd twee waard!