En hey, hoe zou je zelf zijn? Je hebt 9 maanden in een warm, knus, veilig zwembadje gewoond waar je als vaste klant op regelmatige basis voorzien werd van voedingsstoffen. Geluiden? Die werden lekker gedempt door jouw eigen menselijke koptelefoon. Kou? Nee hoor, altijd op temperatuur, dat huisje van jou. Ademen? Dat is het laatste waar je aan dacht toen je – letterlijk – in hotel Mama verbleef. Tot je op een bepaald moment, zonder dat jij hierom hebt gevraagd, plots moest verhuizen. Het huurcontract was blijkbaar stopgezet door de verhuurder. Op dat moment belandde je in een koude omgeving met veel geluid. Tot overmaat van ramp moest je ook nog eens meteen zelf kunnen ademen. Huilen was op dat moment de enige optie.
Laten we eerlijk zijn… Gelukkig bestaat er zoiets als ‘huilen’. Begrijp me niet verkeerd. Ik ben de laatste persoon die gelukkig wordt van een huilende baby. Maar ik ben wel de eerste persoon die weet hoe belangrijk huilen is als communicatiemiddel voor een baby. Huilen is de enige manier waarop een baby aan jou kan tonen dat hij/zij iets nodig heeft of zich niet goed voelt.
Maar laten we even terugkeren naar het moment van de geboorte. Jouw kleintje ligt, na zijn eerste huiltje, dicht tegen jou aan. Wat is het fijn om jouw kindje te kunnen troosten en te weten dat jouw nabijheid ervoor kan zorgen dat hij/zij zich goed voelt. Wat is het fijn dat jij ervoor kan zorgen dat zijn/haar behoeften worden vervuld. Maar dan komt er een moment waarop je het gevoel hebt dat je dit niet meer kan. Jouw baby huilt meer en meer en jij kan hem/haar minder en minder helpen. In het begin zorgen jouw torenhoge adrenalineniveaus ervoor dat je, ook al loopt het troosten niet zo goed, kan blijven doorgaan zoals een onuitputtelijke, herlaadbare batterij.
PFFFFFUUUUUUUUT. De batterij geraakt op. Het gehuil blijft duren en zelfs toenemen. Jouw energie lijkt op te geraken en blijft afnemen. Is dit wel normaal? Misschien ligt het aan mij en moet ik er gewoon door? Is dit een fase? Wat doe ik verkeerd?
101 vragen razen als een tornado door jouw hoofd. Of misschien zeg ik beter … 101 vragen springen van de ene naar de andere kant van jouw hoofd zoals een ping-pong match voor beginners. Want de vermoeidheid kan op een bepaald moment zo zwaar doorwegen dat je het zelfs moeilijk krijgt met het antwoorden op de meest vanzelfsprekende vraag ooit. Wanneer een pakjesbezorger aan de voordeur staat en je niet meer meteen weet op welk huisnummer je woont, weet je dat het genoeg geweest is.
Meer nog, ik wil dat je weet dat het genoeg geweest is én dat het niet aan jou ligt. Ik wil dat je weet dat het genoeg geweest is én dat het meer dan oké is om hulp in te schakelen. Ik wil dat je weet dat, hoe graag je het ook allemaal zelf wil oplossen, je niet alles alleen kan. Trop is te veel en te veel is trop. Je bent ook maar een mens. En eerlijk, een ouder van een huilbaby heeft meer dan eens superkrachten, wees daar maar zeker van.
Ik wil nog even inzoomen op deze superkrachten, want ik wil graag een nieuwe term introduceren: ‘huilouder’. Waarom ik deze twee termen in één zin combineer? Eerst en vooral wil ik de eerste reactie die je misschien krijgt bij het horen van de term huilouder al even onderdrukken door duidelijk te maken dat het huilen van een ouder de superkrachten die ze hebben niet verkleint.
Oké, even terug naar de essentie en de introductie van de term ‘huilouder’. Vanwaar de term ‘huilouder’? Misschien was jouw eerste reactie niet de reactie die ik hiervoor aanhaalde maar wel een herken-reactie van ‘oh jaaaaaa’. Misschien voelde je erkenning bij het horen van de term. Misschien was dat de term die je al altijd wou horen, maar niet uit jouw eigen mond. Misschien ook niet.
Eén ding is zeker: ik introduceer de term ‘huilouder’ niet omdat ouders zwak zijn of ‘niet veel aan kunnen’. Ik introduceer de term niet omdat ouders voor het minste aan het huilen slaan. Ik introduceer de term omdat iedereen in onze samenleving moet weten hoe groot de last is wanneer je een huilbaby hebt. Ik introduceer de term omdat deze term de lading dekt, jammer genoeg. Hoe belangrijk ik dit vind, kan je zien aan het feit dat ik mijn eerste boek vernoemd heb naar mijn eigen term ‘huilouder’.
Hiermee wil ik afsluiten. Ik hoop dat ik jou inspiratie heb geboden of eventueel wat stof tot nadenken (of tot discussie) heb meegegeven. Volgende keer leg ik mijn focus iets meer op het medische en praktische deel van huilbaby’s en hoop ik je, naast inspiratie en stof tot nadenken, ook wat kennis en tips aan te reiken.
Wil je graag meer te weten komen over huilbaby’s en mogelijke oorzaken? Of lees je graag meer over huilen in al zijn facetten? Lees dan zeker mijn volgende artikel. Oh, trouwens! Wist je dat ik ook een boek geschreven heb over huilbaby’s namelijk ‘Huilouders’? Deze onderwerpen en zoveel meer komen hierin aan bod. Hou dus zeker mijn Instagrampagina @huil.hulp en @Mamabaas verder in de gaten.