skin to skin

Huid-op-huid is goed je baby én voor jou (en niet alleen net na de geboorte!)

28/04/2025
Mamabaas
Door Mamabaas

In de jaren 1950 zag de Amerikaanse psycholoog Harry Harlow al het belang in van moederlijke aanraking. Met een onderzoek toonde hij toen aan dat resusapen de voorkeur gaven aan een zachte surrogaatmoeder boven een surrogaatmoeder die wel melk gaf maar die gemaakt was van metaaldraad. De conclusie: een liefhebbende aanraking leek meer belangrijk dan voedsel. 

Vandaag zit het belang van aanraking stevig verankerd in de zorg voor baby’s. Zo wordt er aangeraden om na de geboorte aan huid-op-huidcontact te doen: de pasgeboren baby wordt daarbij onder een dekentje op de ontblote borst van één van de ouders gelegd, en dat gedurende minstens een uur of tot na de eerste voeding. 

De kracht van aanraking begint zelfs al van voor de geboorte. De tastzin is namelijk het eerste zintuig dat ontwikkeld wordt. Al acht weken na de bevruchting reageert een foetus op het gevoel van aanraking in de baarmoeder – en aanraking is cruciaal voor mensen van elke leeftijd. 

Op echobeelden die op veertien weken zwangerschap werden gemaakt, is al te zien hoe tweelingen op elkaars vinger zuigen of hoe ze aan elkaars gezicht voelen. En uit analyses van echobeelden blijkt dat een foetus vanaf twintig weken reageert wanneer zijn of haar moeder haar buik aanraakt. 

Voordelen huid-op-huidcontact

De voordelen van ouderlijke aanraking worden duidelijk vanaf de geboorte. Uit een onderzoek waarbij 52 studies met meer dan 4.000 pasgeboren baby’s werden bekeken, blijkt dat aanrakingen – zoals huid-op-huidcontact en babymassage – gelinkt worden aan een betere gezondheid van een baby, zoals een betere regulatie van de lichaamstemperatuur, ademhaling en hartslag. Bovendien bleek dat aanrakingen van ouders meer voordelen bieden dan wanneer die van medisch personeel komen. 

Maar er zijn nog meer voordelen aan huid-op-huidcontact. Wanneer een ouder zijn of haar baby huid-op-huid op de borst houdt na de geboorte, helpt dat de baby tot rust te komen en stimuleert het de interesse in voeding. Op lange termijn zorgt dagelijks huid-op-huidcontact voor betere slaappatronen en pijntolerantie, ondersteunt het een gezonde gewichtstoename en het vlot lopen van borstvoeding en versterkt het de ontwikkeling van de hersenen. 

Deze voordelen zijn overigens ook van toepassing bij baby’s die te vroeg werden geboren. Zo blijkt uit een studie over kangoeroeën (huid-op-huidcontact bij premature baby’s of baby’s met een laag geboortegewicht) dat dit zorgt voor een lager risico op infecties, op een lage lichaamstemperatuur of op overlijden en een betere gewichtstoename en borstvoeding. 

Bij alle baby’s zorgt huid-op-huidcontact er bovendien voor dat er oxytocine (het zogenaamde “liefdeshormoon”) vrijkomt, wat een positief effect heeft op de band tussen ouder en kind. Daarnaast verlaagt huid-op-huidcontact ook de hoeveelheid cortisol, wat pasgeboren baby’s helpt bij het reguleren van hun stressniveau. 

Ook voordelen op lange termijn 

Huid-op-huidcontact biedt trouwens niet enkel voordelen voor een pasgeboren baby. Uit studies blijkt namelijk dat dagelijks huid-op-huidcontact met hun baby de symptomen van postpartum stress, depressie en angst kan verminderen bij moeders. En hoewel er in de meeste studies gefocust wordt op de moeders, blijkt huid-op-huidcontact ook symptomen van depressie en angst te verminderen bij vaders. 

Veel studies zijn vooral gericht op de voordelen van aanraking op korte termijn, maar wetenschappers hebben ook kinderen langere tijd opgevolgd om te zien wat de impact van aanraking op jonge leeftijd is op langere termijn. Zo bleek uit een studie dat premature baby’s die gedurende twee weken minstens één uur per dag kangoeroeden betere moeder-kind interacties, slaap en hersenontwikkeling hadden op de leeftijd van tien jaar. 

Een andere groep onderzoekers volgde kinderen en hun moeders gedurende negen jaar. Toen ze slechts één maanden oud waren, vertoonden de baby’s die huid-op-huidcontact hadden gekregen van hun moeders betere emotionele aanpassing en hechting dan de baby’s die geen huid-op-huidcontact hadden gekregen.  Negen jaar later bleken deze kinderen ook meer bereid en beter in staat om emotionele gesprekken te voeren met hun moeders. 

Andere effecten van aanraking zijn moeilijker om te meten. In de jaren 1970 omschreef psychiater Donald Winnicott bijvoorbeeld hoe de aanraking van een moeder baby’s en jonge kinderen helpt om hun lichaam te ervaren als “de plaats waar men veilig leeft”. 

Dit idee wordt ondersteund door etnografische gegevens en antropologische studies van gemeenschappen waar baby’s in nauw contact zijn met een verzorger doordat ze het grootste deel van de dag huid-op-huid worden gedragen. Daardoor worden hun noden snel ingevuld – ze worden snel getroost wanneer ze huilen of worden snel gevoed - en ondertussen ontwikkelen ze een gevoeligheid aan aanraking. 

Ook na de babyperiode biedt aanraking alleen maar voordelen. Zo toont onderzoek bij jonge kinderen en adolescenten aan dat aanraking – en dan vooral liefdevolle aanraking zoals knuffels van ouders of andere verzorgers – de psychologische ontwikkeling en het welzijn bevordert. Het helpt kinderen bijvoorbeeld om een gevoel van emotionele veiligheid, verbondenheid en ondersteuning te ontwikkelen, vooral in stressvolle relaties. Bovendien helpen regelmatige liefdevolle aanrakingen kinderen bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden, zoals empathie, en vermindert het agressief gedrag in de adolescentie. 

Het kan dus niet genoeg benadrukt worden: knuffel er maar op los met je kinderen, want dat biedt alleen maar voordelen! 

 

Bron: The Conversation