Even scheelzien is iets wat vaak voorkomt bij baby’s. Maar kan het kwaad? En wanneer moet je een oogarts raadplegen? Kinderoogarts Dr. Stéphanie Vandenbroucke geeft wat meer uitleg.
Scheelzien of ‘strabisme’ is wanneer beide ogen niet mooi in dezelfde richting kijken. Je kan één oog hebben dat meer naar buiten kijkt (exotropie) of één oog dat meer naar binnen kijkt (esotropie). Zeldzamer kan er één oog ook wat hoger (hypertropie) of lager staan (hypotropie).
Scheelzien komt vaak voor bij baby’s omdat hun hersenen nog niet voldoende ontwikkeld zijn om beide ogen samen te bewegen. De typische, onschuldige vorm van scheelzien bij baby’s is dan ook ‘intermittent’: ze is dus maar af en toe aanwezig. Vaak valt het ook meer op wanneer je kindje vermoeid of ziek is.
Wanneer dat scheelzien echter constant is moet je een oogarts raadplegen. Ook dat intermittent scheelzien moet na 6 maanden verdwenen zijn. Blijft je baby dan nog scheelkijken dan maak je best een afspraak bij de oogarts. Die gaat dan kijken of beide ogen gezond zijn.
Soms blijkt een bril noodzakelijk. Deze kan dan voorgeschreven worden, en hiermee is het probleem vaak al opgelost. Ook afplakken is vaak aangewezen; dit is eerder om het zicht te bevorderen dan om de oogstand te verbeteren.
Is een bril niet aangewezen of niet voldoende, dan is er soms toch een operatie nodig. Het is belangrijk dat de ogen snel genoeg recht worden gezet. Wanneer er één oog constant scheel kijkt, gaan de hersenen het beeld van dat oog onderdrukken zodat het kind niet dubbel ziet. Daardoor ontwikkelt het hersendeel van dat oog minder goed en kan een ‘lui oog’ ontstaan. Afplakken van het goed oog is daarin heel belangrijk, om het slechtere oog te stimuleren in voorbereiding op een eventuele ingreep. Door vroeg genoeg een behandeling te starten, kan je een lui oog vermijden. Een lui oog moet absoluut behandeld worden op jonge leeftijd. Indien de behandeling pas start na de leeftijd van 6 jaar, is het resultaat vaak teleurstellend.
Bij veel jonge kinderen lijkt het soms ook alsof een oog naar binnen staat doordat hun neusbrugje nog vrij breed is. We noemen dit een ‘pseudo strabisme’. Zoiets is dan onschuldig en de oogarts kan dit makkelijk vaststellen.
De meeste kinderen worden op de leeftijd van 1 jaar gescreend bij Kind en Gezin en vanaf 3-4 jaar door het CLB op school. Is er echter een duidelijk probleem zoals scheelzien dan, raadpleeg je best zelf eerder een oogarts.