4159fi.jpg

8 gouden tips en tricks van de draagconsulent

5/12/2019
Mamabaas
Door Mamabaas

We zijn hier helemaal fan van de draagdoek en -zak, want: je kindje is mooi dicht bij je én jij hebt je handen vrij. Alleen: hoe kiezen?     

papa met baby in draagdoek

Waarom dragen zo goed is

Het dragen van je baby is eigenlijk al heel oud, meer zelfs: een baby is gewoon compleet gemaakt om gedragen te worden. Met de opkomst van kinderwagens is die gewoonte van dat altijd bij je dragen wat op de achtergrond geraakt, maar de laatste jaren is dat – gelukkig – aan het keren. ‘Een kind komt met een instinct op de wereld, namelijk: ik wil 24 uur op 24 bij mijn mama zijn’, vertelt Fran Van Rompaey, pas bevallen van haar derde kindje en naast haar uren als leerkracht een gepassioneerde draagconsulente. ‘Hij of zij weet echt van niet beter. Wij zijn dat instinct een beetje kwijtgeraakt, waardoor we soms aan het twijfelen slaan: is dat wel goed? Verwen ik hem/haar niet te veel? Terwijl het eigenlijk duidelijk is: er bestaat niet zoiets als verwennen met liefde. Je kind heeft nood aan die nabijheid.’

mama met tweeling in draagzak

Doek of zak?

Er is voor ieder wat wils, getuige de vele modellen en doeken op de  markt. ‘Een ding is wel zo: voor een pasgeborene heeft een draagdoek nog altijd de voorkeur, omdat je een doek meer kan aanpassen aan het lichaam van het kindje. Maar lukt dat niet, dan zijn er een aantal draagzakken die ook voor pasgeborenen kunnen gebruikt worden.’

‘Ik gebruik zelf allebei, met voorkeur voor een doek. Als ik mijn oudste kinderen aan school moet ophalen en ik me maar voor 5 minuutjes moet verplaatsen, dan gebruik ik de draagzak om mijn dochtertje van 1,5 maand mee te nemen. Een zak is handiger in gebruik, omdat je hem sneller aan kunt doen. Met een knoop ben je gemiddeld toch 2 à 3 minuutjes bezig. Bij beginners duurt het nog wel 5 minuutjes. Vergelijk het met veters leren knopen: je kleuter moet ook nog nadenken over alle verschillende tussenstappen die hij moet doen. Met een draagdoek knopen is dat in het begin ook zo, daarna wordt het routine waarbij je niet meer moet nadenken.’

Het grote voordeel van een doek is wel die flexibiliteit, zowel voor het kind als voor de drager. ‘Heb je zelf een rugprobleem, dan kun je bijvoorbeeld zoeken tot je een knoop hebt gevonden waarbij je geen last meer hebt. Met een draagzak ben je letterlijk meer gebonden.’

Workshop: van tevoren of met baby?

Je volgt dus maar beter eerst een workshop wil je je baby dragen. Dat kan al tijdens de zwangerschap, maar mag ook perfect na de bevalling, met de baby mee. ‘Ik krijg heel veel zwangere vrouwen over de vloer bij de workshops, maar heel weinig baby’s. Die laten sommige al bevallen mama’s liever thuis, want ‘als hij huilt, dan zou ik de anderen misschien storen’. Dat is jammer, want het is véél handiger om te oefenen met je eigen baby’tje. En als ze eens huilen, wel dan, dan huilen ze maar eens goed! (lacht)’

Het enige nadeel als je hoogzwanger een workshop komt meevolgen is dat je draagdoek ietsje anders zit dan wanneer je bevallen bent. ‘Maar dat gaat nog net. Wel is het zo dat je voor het testen van een draagzak beter wacht tot na de zwangerschap, want die krijg je helemaal niet op de juiste plaats met die dikke buik.’

Tip:

Je kan via Colruytgroup Academy ook workshops volgen rond dragen. Schrijf je snel in, want de inschrijvingen gaan vlot. Zie hier overzicht van wanneer de volgende draagworkshops doorgaan.

8 gouden tips & tricks van de draagconsulent

  1. Span de draagdoek en -zak genoeg aan. De draagdoek niet strak genoeg aanspannen is één van de meest gemaakte fouten. Een goede truc om te checken of hij vast genoeg zit is voorover te buigen. Het kindje mag dan niet loskomen van je lichaam. In totaal mag je er maar maximum twee vingers tussen kunnen steken. Idem voor draagzak: als hij niet strak genoeg is aangespannen, hangt het gewicht te veel op je schouders of nek en zul je na een tijdje last krijgen.
  2. Spreid je draagdoek ver genoeg uit. Het is heel belangrijk om na de knoop de doek goed uit te spreiden op je rug. Vaak zit het doek te dicht op de nek en stopt het tot waar je bh-bandje komt, maar je moet zorgen dat het doek tot aan de buitenkant van de schouders komt, zodat het meeste gewicht op je schouders in plaats van je nek hangt.
  3. Trek het kruis op de rug genoeg naar beneden. Dat volgt een beetje op het vorige punt. Afhankelijk van het materiaal van je doek en van je activiteit moet je regelmatig opnieuw even spreiden en het kruis weer wat naar onderen trekken. Heb je een halfuur in de zetel gezeten, dan is dat bijvoorbeeld niet nodig, maar heb je net een poosje actief van alles gedaan in het huishouden, dan doe je dat beter wel.
  4. Hoe weet je dat je baby wel genoeg kan ademen? Door de twee bovenstaande puntjes te doen, moet je ook niet stressen of je baby wel genoeg kan ademen. Een rekbare doek zit dicht bij het gezichtje, dat is waar, maar als je hem mooi naar buiten trekt zit er veel minder stof aan het neusje, waardoor het kindje genoeg kan ademen. Veel kindjes hebben trouwens de neiging om hun gezichtje plat tegen de borst van de drager te drukken, maar eigenlijk zijn babyneusjes daarop voorzien: door de borstvoeding is het neusje zo gemaakt dat het in heel veel omstandigheden lucht kan doorlaten. Twijfel je nog, doe dan eens zelf de test door met je handpalm (het stukje onder je middelvinger) op het puntje van je neus te drukken: je zult merken dat de neusgaten platter, maar ook breder worden en dat het ademen nog even goed gaat. Zo gaat dat dus ook bij een baby. De volgende keer dat iemand je aanspreekt hierop (‘Kan dat kindje nog wel ademen?’), weet je dus wat te antwoorden :-).
  5. Voor draagzakken: ga altijd en altijd eerst eens passen voor je iets koopt. Ik weet wel dat fabrikanten werken met gewichten en aangeven dat het model bijvoorbeeld voor een kind van 3,5 tot 20 kg gaat. Maar toch… Het is zoals een jeansbroek: het is niet omdat je dezelfde maat hebt, dat dat model even goed past bij jou als bij mij. Passen is essentieel, zowel voor het kind als voor diegene die draagt. Een ouder kind kan al goed aangeven als ze goed zitten of niet. En voel zelf ook wat het best past. Het kan ook heel goed zijn dat je partner een ander soort draagzak nodig heeft als jij. Kijk eerst naar de breedte van het rugpand en naar welke broeksmaat je kind heeft en pas op basis van die gegevens enkele modellen uit. Ook handig om te weten: bij sommige draagzakken kun je het rugpaneel aanpassen tot bijvoorbeeld de peutertijd, bij anderen kan dat niet, omdat het een vast rugpaneel is.
  6. Je kind is overstuur tijdens het knopen… Ik zeg vaak tegen een mama die hierdoor twijfelt en zelf wat aan het stressen is: doe gewoon voort, maak de knoop af en ga dan eventjes naar buiten of bel met een vriendin. Haal je focus van dat kind weg, want zij voelen je stress… Natuurlijk moet je je kind niet negeren, maar als het gewoon een beetje huilt tijdens het knopen, dan bijt je beter eventjes door. Het knopen zelf vinden heel veel baby’s niet zo fijn, en dat hoort erbij. Vergeet ook niet: elke keer je een nieuwe knoop uitprobeert of een nieuwe houding op bijvoorbeeld de rug of heup, zal je kind moeten wennen en het dus misschien niet zo aangenaam vinden in het begin.
  7. Bij sommige baby’s duurt het langer eer ze rustiger worden in een draagdoek of –zak. ‘Ik merk dat het mijn jongste dochter veel langer duurt om rustig te worden dan mijn tweeling drie jaar geleden. Het is dus ook een beetje afhankelijk van je kind.’
  8. Word je kind nieuwsgierig en wil het meer zien? Je kind begint zich af te zetten bij het buikdragen? Dan kan dragen op de heup of rug een mooi alternatief zijn. Voor draagzakken is het zo dat bijna alle modellen het mogelijk maken om je kind op de rug te dragen, alleen krijg je het kind niet zo hoog op je rug als in een doek. Je wacht het best tot je kind kan zitten, maar vaak komt dat niet overeen met wanneer ze meer willen zien (wat vaak op 4 à 6 maanden is, en ze dus nog niet kunnen zitten). Een doek is dan toch nog meer aangewezen.

Oordeel zelf niet te snel

Fran merkt in haar eigen kenniskring dat veel vriendinnen bijna niet durven knopen als zij – de draagconsulente die alles moet weten – erbij is. ‘Maar dat is toch jammer? Ook ik maak als mama nog wel eens foutjes bij het knopen van een draagdoek; dat hoort erbij. Gelukkig ken ik wel handige trucjes om te controleren of een draagdoek bijvoorbeeld goed aan is natuurlijk, anders was ik geen consulente geworden (lacht). Ik zeg dit maar omdat veel ouders schrik hebben om eraan te beginnen, want – toegegeven – zonder een workshop of een korte intro bij een consulent is het moeilijk om aan het knopen van een draagdoek te beginnen. Bovendien krijg je al snel kritiek als ouder als je niet voor het meest ergonomische model kiest of als je een foutje maakt met een doek. Terwijl dat in de meeste gevallen gewoon uit onwetendheid gebeurt… En dan nog: wil iemand toch liever het iets minder ergonomische model kopen, dan nog is dat zijn of haar goed recht.  Als je zelf advies wil geven, doe dat dan op een zo vriendelijk mogelijke manier. Ik zeg altijd: het belangrijkste is dat het kind gedragen wordt en zich goed voelt, net als de mama of papa. Oordeel zelf dus niet te snel over iemand anders die misschien een foutje maakt en laat ons vooral met plezier onze kinderen dragen!’

Meer lezen?

Volg Fran Van Rompaey op haar Facebookpagina Dicht bij mijn hart.