Er zijn zo van die dagen...
Wat voorafging…
Het begon al met een serieuze oververmoeidheid. De voorbije dagen was er bijna elke avond wel eentje die niet vlot ging slapen. De ene was verkouden, raakte niet in slaap door een kop vol snot, en hoestte zich daarna terug wakker. De andere, normaal zo’n goeie slaper, kwam telkens verschillende keren uit bed. De ene smoes na de andere passeerde de revue, de een al wat creatiever dan de andere. Wat dacht je bijvoorbeeld van 'ik was bang van de vierkantjes in mijn bed'?
Vervolgens werd er ‘s nachts regelmatig eentje wakker. Hoesten, een nachtmerrie, duwende tandjes, niets nieuws onder de zon, maar wel vermoeiend. En om het plaatje compleet te maken, was er ook altijd wel eentje die ‘s morgens extreem vroeg wakker was. Volgens mij hadden ze echt een professionele beurtrol afgesproken: ‘vanavond doe ik vervelend, jij morgenochtend, en morgenavond wisselen we dan de rollen om, deal?’ De bandieten!
Resultaat was een vermoeide mama, maar ook vermoeide kindjes. En iedereen weet dat vermoeide kindjes niet bekend staan om hun goed humeur. Zondag konden we dan ook catalogeren onder zagen op zondag. Niets was goed, niets was lekker, alles was te veel gevraagd, je kent het wel. De weinige energie die ik al had vloog zienderogen het raam uit, zodat ik me tegen ‘s avonds eerder als een uitgewrongen dweil voelde ;).
Zo'n dag
En toen kwam er dus zo’n dag. ‘s Morgens hoop ik altijd op een kwartiertje rust voordat de kindjes wakker worden. Eventjes tijd om op het gemak wakker te worden, mijzelf klaar te maken, en even peis en vree voordat de ochtendrush begint.
Maar, je raadt het al, als het zo’n dag wordt, dan is die rust me niet gegund. Dan geeft er al eentje ongeduldig te kennen dat hij liever nu dan straks uit zijn bedje wordt gehaald. Dan sta ik al half gestresseerd in de badkamer, op de melodieuze tonen van een ontevreden kleintje. Dan is het een hele ochtendshift 'allé, eet nu eens die boterham op!', 'Zet je nu eens recht!', 'Waar zijn die schoenen nu?', 'Kom, fiets nu eens door, we gaan te laat op school zijn!'.
Tegen dat ik klaar ben om zelf naar het werk te vertrekken, staan de zenuwen al strak gespannen, baad ik in het zweet, en heb ik het gevoel al een hele werkdag achter de rug te hebben. En de dag moet dan eigenlijk nog beginnen…
Met al het voorgaande in de benen, lukt het me dan ook minder goed om te relativeren wanneer ik na het werk aan het huishouden begin. Dan kan ik alleen maar zuchten, over weer een overvolle wasmand, een lege koelkast, rommel en kruimels overal. Als ik er dan toch in slaag om alles spic en span te krijgen, dan blijft dat welgeteld vijf minuten zo eens de kindjes thuis zijn. Daarna ligt de vloer weer volledig bezaaid met speelgoed, eten ze een boterham en belanden er meer kruimels op de grond dan in hun mond, plassen ze in hun broek of geven ze een gulp melk weer, waardoor de wasmand meteen weer gevuld is, en ga zo maar verder. Zucht, diepe zucht.
Een grote nood aan taart met chocolade graag
Op zo’n moment vind ik dat eigenlijk lichtjes deprimerend, dat huishouden waar nooit een eind aan komt. En als ik dan ook al zo moe ben, dan wil ik liefst van al in een hoekje kruipen. Ik vind dat de clown Dobus (of all people) het gevoel perfect verwoordt in een liedje:
'Ik blijf in bed vandaag, een bordje aan de deurknop met niet storen graag, m’n pet omlaag, een grote nood aan taart met chocolade graag….'
Als we nu eens collectief zo’n dag zouden houden, wat denken jullie? Ik kan toch niet de enige zijn die het af en toe helemaal gehad heeft met dat ellendige huishouden ... ;-)
Deze blog verscheen eerder op MAMoiselleBlogt.