7843fi.jpg

Goed genoeg ouderschap is meer dan goed genoeg

21/12/2021

We voelen veel druk om constant af te stemmen op en te voldoen aan de noden van onze kinderen (of ruimer nog: de noden van onze partner, vrienden, familie …). We willen het graag perfect doen, ten allen tijde afgestemd zijn en zijn bang om ergens steken te laten vallen. En dat terwijl niet-afgestemd zijn veel vaker voorkomt, ook in goede relaties. Zelfs ouders en kinderen die een hele hechte band hebben zijn maar 30% van de tijd op elkaar afgestemd. Wat als ik je nu eens zou vertellen dat dat net goed is voor kinderen? In de jaren ‘50 stelde Dr. Winnicot al vast dat kinderen baat hebben bij  ‘imperfect’ of goed genoeg ouderschap na het observeren van duizenden baby’s en hun moeders.

Goed genoeg ouderschap is het resultaat van een geleidelijk proces dat zich eigenlijk van nature voltrekt: kleine baby’tjes hebben ons ontzettend hard nodig. Gelukkig zijn hun noden nog eenvoudig. In die eerste levensfase zijn we heel erg afgestemd en reageren we heel snel op hun noden. Dat is ook belangrijk. Zo ontstaat een gevoel van veiligheid en dat is nodig om verder te ontwikkelen. Wanneer kinderen groter worden, worden ook hun noden complexer. We kunnen niet meer telkens onmiddellijk inspelen op hun behoeften wanneer ze huilen. We kunnen ze niet meer elk moment van de dag onze volledige aandacht geven. We kunnen hen niet elke keer geven wat ze willen. Soms moeten we nee zeggen, soms moeten ze wachten, soms begrijpen we niet duidelijk wat hun noden of behoeften zijn op dat moment en hebben we het een keertje mis. En dat is oké. Meer nog, het is zelfs noodzakelijk!

Het is dit proces van mismatch en herstel dat de relatie versterkt. Zo worden kinderen met frustraties en lastige gevoelens geconfronteerd en dat is heel erg belangrijk. Want als kinderen niet met frustraties of lastige emoties geconfronteerd worden, kunnen ze ook niet oefenen om hier op een goede manier mee om te gaan! Door goed genoeg ouderschap leren kinderen dus ook om met frustraties om te gaan, te wachten, om te gaan met teleurstellingen en hun emoties te reguleren.

De manier waarop de mismatch tussen behoefte en afstemming of ‘breuk’ telkens hersteld wordt, is heel belangrijk en zorgt voor vertrouwen en een gevoel van veiligheid. En het is dus vooral het laatste, het herstel, dat maakt dat je een goede relatie hebt aangezien dit vaker voorkomt dan een juiste afstemming. Zoals ik al zei: 30% van de tijd afgestemd zijn is al heel wat!

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we maar 30% van de tijd aandacht moeten spenderen aan onze kinderen en hen de andere 70% mogen negeren. Wat belangrijk is, is dat we ons zo veel mogelijk bewust proberen te zijn van de momenten van mismatch en dus van die ‘breuken’ die zo vaak voorkomen, zodat we kunnen proberen om die te herstellen. Bijvoorbeeld: “Je wilde heel graag met mij samen spelen toen ik het eten aan het maken was. Dat was even lastig he. Nu ben ik er en kunnen we samen iets doen tot het etenstijd is. Wat zou je willen spelen?”

Wanneer je telkens breuken hebt die niet hersteld worden, dan heeft dat een negatief effect op je relatie en kan dit een effect hebben op de hechting. Herstel na een breuk brengt verbinding en leert je kinderen op hun beurt hoe ze breuken kunnen herstellen, problemen kunnen oplossen, hoe ze op een goede manier communiceren, conflicten kunnen aanpakken.

Doorgaans zijn ouders en kinderen 70% van de tijd dus NIET op elkaar afgestemd. En dat is goed voor het ontwikkelen van vertrouwen in het omgaan met uitdagingen en breuken op vlak van relaties met anderen, op voorwaarde dat je telkens investeert in het terugvinden van die afstemming met elkaar:

 

  1. Bied als ouder je verontschuldigingen aan wanneer jij iets hebt aangepakt op een manier waar je achteraf gezien niet blij mee bent. Verontschuldig je voor je gedrag/wat je deed, niet voor je gevoel (want alle gevoelens zijn oké!). Hoe doe je dat concreet en op een goede manier?
  • Leg alle verantwoordelijkheid voor je gedrag bij jezelf. Het gedrag van je kind was misschien de aanleiding, maar jij bent ALTIJD verantwoordelijk voor jouw gedrag. Dus niet: “Sorry dat ik zo heb geroepen, maar als jij nu eens meteen zou doen wat ik vraag dan zou ik niet moeten roepen.”
  • Benoem hoe het was voor je kind
  • Vertel wat je anders gaat doen om te proberen in de toekomst op een andere manier te reageren.

Je kan bijvoorbeeld zeggen: “Weet je nog daarstraks toen ik boos was geworden en heb geroepen? Sorry daarvoor. Dat was niet mijn bedoeling. Ik was boos en dat is natuurlijk oké, maar het is niet oké om te roepen. Dat moet best eng geweest zijn voor jou. Het is nooit jouw schuld als ik roep. Volgende keer ga ik tien keer diep in en uitademen om eerst rustig te worden voor ik iets zeg. Je mag me daar altijd mee aan herinneren!” (Je past je boodschap uiteraard aan de leeftijd van je kind aan.)

  1. Wees alert voor toenaderingssignalen van je kind en ga hier op in.
  2. Maak duidelijk dat je altijd van je kind houdt, ook al is hij boos op jou, ook al ben jij boos over iets wat je kind gedaan heeft.
  3. Zoek samen, op een rustig moment, naar manieren waarop je een gelijkaardige situatie in de toekomst anders zou willen aanpakken als dit nodig is.

Dus: ‘goed genoeg’ is echt goed genoeg. Perfect zijn is niet nodig en is ook helemaal niet mogelijk! Zo leren kinderen dat 'niet-afgestemd' zijn onderdeel is van een goede relatie, dat fouten maken oké is en leren ze ook hoe ze daar op een goede manier mee om kunnen gaan.

 

Anky De Frangh is kinderpsychologe, gedragstherapeute en mama en heeft zich gespecialiseerd in emotiecoaching. Zij wil ouders meer vertrouwen geven in het omgaan met het gedrag en de gevoelens van hun kinderen om zo tot meer verbinding te komen binnen hun gezin. Anky deelt wetenschappelijk onderbouwde informatie en tips rond opvoeden en ouderschap op instagramen op facebook en organiseert regelmatig workshops en trainingen rond het omgaan met de gevoelens van kinderen. Meer info vind je hier.