Ik ben een onzichtbare mama, ik heb twee kindjes voor altijd in mijn hart
Je regelt de crèche, schildert de kinderkamer, legt de geboortelijst. Je bereidt de komst van je kindjes voor. Je bent klaar voor een heel nieuw leven. Je bent klaar om te leven in het teken van je kindjes, ze onvoorwaardelijk lief te hebben, zoals je nu al doet terwijl ze nog in je buik zitten.
Ze vertellen je niet
Ze vertellen je niet dat je ook na de eerste 12 cruciale weken nog die immense schrik moet hebben. Dat ook dan alles van de ene dag op de andere kan veranderen. Dat ook al lijkt alles OK op de echo, er toch iets gaande kan zijn.
Ze vertellen je niet dat wanneer je het slechte nieuws hoort, je wereld instort. Dat alles begint te duizelen. Dat de kamer wazig wordt, je niet meer hoort wat rondom je gezegd wordt.
Ze vertellen je niet over het gevoel dat je gefaald hebt als mama. Over het tevergeefs zoeken naar oorzaken, naar redenen. Dat ook al zeggen ze je 100 keer dat je er niets kon aan doen, je toch denkt dat je iets mis gedaan, gezegd of zelfs gedacht hebt..
Ze vertellen je niet over de pijn die je voelt wanneer je bevalt van je zoontjes en je ze niet hoort wenen. Dat het OK is om even te bekomen van de schok voor je ze wil ontmoeten. Wil zien, wil aanraken, bij je wil hebben.
Ze vertellen je niet over hoe ongelooflijk trots je bent op je zoontjes. Over wat een warm gevoel je hebt als ze bij je liggen. Over hoezeer je je mama voelt. Over hoe je iedereen wil vertellen dat je zoontjes geboren zijn, hoe prachtig mooi en perfect ze zijn. Ze vertellen je niet dat je op dat moment gewoon wil genieten en trots wil zijn, zonder te denken aan de dagen die volgen.
Ze vertellen je niet dat het pijn doet als, bij de aankondiging van de geboorte en tegelijkertijd het afscheid, mensen je alleen maar innige deelneming toewensen. Alsof het lijkt dat je niet zwanger was, niet bevallen bent, je zoontjes niet geboren zijn.
Ze vertellen je niet dat de vraag of je ze wil cremeren of begraven als een dolksteek in je hart is. Dat je die vraag wil negeren. Doen alsof je ze nooit gehoord hebt. Dat je die beslissing altijd maar wil blijven uitstellen. Dat je zo lang mogelijk wil genieten van de geboorte, je zoontjes die naast je aan het ziekenhuisbed liggen te slapen.. Dat je geen moment van hun zijde wil afwijken. Dat je niet wil slapen, maar bij hen wil zijn. Er voor hen zijn. Tonen hoe graag ze gezien waren, zijn en altijd zullen zijn.
Ze vertellen je niet dat je het ziekenhuis niet wil verlaten, gewoon om bij je kleintjes te kunnen blijven. Dat het afscheid immens zwaar valt, wetende dat je ze niet meer in je armen zal kunnen houden. Maar je trekt je op aan het feit dat je ze nog terug zal zien, dat je ze nog kan gaan groeten. Elke dag opnieuw zeg je ‘tot morgen jongens’, ‘tot morgen lieverds’. Tot de dag voor de begrafenis, tot je beseft dat er geen tot morgen meer is.
Ze vertellen je niet hoe lang de rit van het ziekenhuis naar huis wel niet duurt. Je denkt aan je kindjes die in de Maxi-Cosi op de achterbank hadden moeten liggen. Dat je voortdurend achterom zou kijken om hen te bewonderen. Je wordt overal geconfronteerd met mama’s met hun buggy, kindjes die de tram opstappen, …
Ze vertellen je niet dat thuiskomen in een leeg huis, een stil huis, je het gevoel geeft alleen op de wereld te zijn. Dat je je elke dag opnieuw, ondanks alle foto’s en knuffels, zo leeg en alleen voelt. Dat je soms liever zelf het leven zou laten .. elke dag opnieuw..
Ze vertellen je niet dat het OK is om tientallen foto’s en knuffels uit te zetten in de living, op hun kamer, in je slaapkamer. Dat het normaal is, menselijk is, om je jongens op die manier in leven te willen houden.
Ze vertellen je niet dat je buikje van de ene dag op de andere weg is, dat je kleren van voor de zwangerschap plots weer passen. Dat je zo lang mogelijk die zwangerschapsbroek blijft aandoen, omdat je het maar niet wil geloven. Ze vertellen je niet dat je plots weer op je rug kan slapen en niet tien keer per nacht hoeft te verdraaien van de linker zij naar de rechter en terug. Dat je niet meer in het donker wil slapen, maar een lichtje wil, om je zoontjes dichter bij jou te hebben.
Ze vertellen je niet wat je moet doen als je melkproductie toch plots op gang komt. Hoeveel verdriet het doet om je melk niet aan je kleintjes te kunnen geven.
Ze vertellen je niet dat je de eerste dagen op automatische piloot leeft. Dat het precies iemands anders leven is. Dat het soms lijkt alsof je de begrafenis regelt voor iemand anders zijn kindjes. Ze vertellen je niet dat je je daardoor schuldig voelt, en dat je blij bent wanneer je weent bij een foto, een gedichtje, een liedje..
Ze vertellen je niet hoeveel pijn het doet als mensen, een week na de bevalling, vragen of je het al verwerkt hebt. Of als je te horen krijgt dat je toch nog jong bent en tijd hebt. Of dat je er sterker gaat uitkomen als koppel. Ze vertellen je niet dat als mensen zeggen dat ze voor je gaan bidden, je je eigenlijk ook afvraagt waarom in godsnaam. Dat je kwaad bent, want mocht er een god zijn, dan zou dit toch niet gebeuren?!
Ze vertellen je niet dat buitenstaanders helemaal niet weten hoe te reageren en dat ze je vaak negeren, vermijden. Ze vertellen je niet dat het aan jou is om buitenstaanders te begeleiden, te tonen wat van hen verwacht wordt. Dat je over je zoontjes wil praten, zodat het niet lijkt alsof je nooit zwanger was, alsof je nooit bevallen bent, alsof ze niet bestaan hebben. Dat je beschouwd wil worden als mama. Dat je niet vergeten wil worden op moederdag.
Ze vertellen je niet dat het OK is om alles dag per dag te zien. Om, als vrienden vragen om ergens mee naar toe te gaan of bij hen te gaan eten, te zeggen dat je liever op de dag zelf beslist. Of om simpelweg te passen. Omdat elke dag, elk uur, elke minuut verschillend is en je gevoel van het ene moment op het andere kan omslaan. Door een mama die haar kindje bewondert aan de kassa, door een liedje op de radio, door de straatlantaarns die aanspringen na een bezoek aan het grafje.
Ze vertellen je niet dat, ook al praat je met vrienden of familie en zit je bij de groep, je er eigenlijk niet bij bent. Je zit er, fysiek, maar je gedachten zitten bij je zoontjes. Je ziet ze lachen, kruipen in het gras, ... Je ziet hoe je toekomst zou geweest zijn. Je ziet je hoop, je dromen, je verwachtingen.
Ze vertellen je niet over de bevalling die je ’s nachts herbeleeft. Over het warme gevoel tussen je benen. Over het plotse wakker worden, hopende dat ze terug zijn, je kleintjes, en over de slag in je gezicht wanneer je beseft dat het maar een droom was..
Onze zoontjes, Ilano & Otis, zijn geen droom. Ze zijn echt, onze kindjes, onze lieverds. Ik ben mama, een onzichtbare mama, en ik heb 2 kindjes. Nu en voor altijd! Voor altijd in mijn hart!
Ellen De Pauw, 20/08/2018
Foto ‘Boven de Wolken’