Na de herfstvakantie mocht Renée voor het eerst naar de peuterklas. Alles verliep heel vlot. Voor kindje én mama.Tot die ene keer...
Na de herfstvakantie mocht Renée voor het eerst naar de peuterklas. Alles verliep heel vlot. Voor kindje én mama.Tot die ene keer...
Ze was 2,5 en moest de echte wereld leren kennen
’s Avonds kon ik haar altijd op haar zelfde plekje te vinden. Op een bankje, onder een afdakje. De juffen vertelden me dat ze daar altijd zat om zeker te zijn dat ik haar ging vinden als ik haar op kwam halen.
Op een avond zat ze op haar plaatsje en liepen grote, dikke krokodillentranen over haar wangetjes. Ze had zo’n pandamutsje op. Toen ik vroeg wat er was, zei ze dat één van de grote jongetjes haar pandamuts over haar ‘grote mooie blauwe ogen’ trok –zei ze letterlijk zo.
Ik weet dat dit incident helemaal niet erg is. Maar toch brak mijn hart.
Voor het eerst werd ik geconfronteerd met de machteloosheid van je afwezigheid als mama. Je kan ze dus echt niet altijd beschermen, je kan ze niet altijd helpen, je bent er niet altijd.
Ze was twee-en-een-half en moest al de echte wereld leren kennen. Ze zal alleen voor zich moeten opkomen, ze zal zich vaak zelf moeten redden. En dat doet ze ook.
Ze moet het alleen doen
Ondertussen is ze al een heel grote meid en zit ze in de eerste kleuterklas ;-). Ze is een mondige kleuter met een heel klein hartje. En af en toe komt ze wel eens thuis met bijtsporen. Of werd iets uit haar boekentasje gepakt door andere kindjes. Of werd ze geduwd.
Allemaal heel normaal op die leeftijd, denk ik dan. Toch blijf ik altijd hopen dat het bij onschuldige ruzietjes zal blijven. Het lijkt me verschrikkelijk vast te moeten stellen dat je kindje echt gepest wordt. Maar ik laat haar wel zelf groot worden. Hoe ongelooflijk graag ik altijd haar handje zou willen vasthouden, ze moet het alleen doen. Ik kan haar alleen maar begeleiden in het groot worden. En die taak zal ik zo goed mogelijk proberen te doen…