Ik heb het al een tijdje geleden opgegeven om de kleren van de kinderen nog te strijken. In de loop van de jaren heb ik zo mijn eigen systeem ontwikkeld en dat werkte prima. Tot de twee oudsten er een rommeltje van maakten en ik besefte dat mijn systeem misschien niet waterdicht was…
Mijn was- en strijktactiek voor het incident
Strijken deed ik dus al lang niet meer. De procedure gaat als volgt: ik gooi alle was in de wastrommel, ik giet er, naast de gewoonlijke zeep, eventueel nog een extra dosis Vanish bovenop (de vlekken blijven toch, maar het is het idee dat telt, denk ik dan), ik kies voor een korte wastijd, gooi alles in de droogtrommel en plooi alles weer op.
De geplooide was gaat dan terug in de wasmand, klaar om mee te nemen naar de kleerkasten van de meisjes.
Maar net in die fase schort er toch iets met mijn systeem. Heb ik recent ontdekt. Tussen het naar boven dragen van de gevulde wasmand en het effectief in de kleerkasten leggen van de kleren gaat er namelijk soms wat tijd over. Dat vormde op zich nooit echt een probleem, tot gisteren.
En toen gebeurde het incident...
Ik hielp die ochtend de meisjes met het aantrekken van hun kleren in de badkamer. Tot ik vaststelde dat ik geen kousenbroeken had voorzien. ‘Geen nood, meisjes’, zei ik, ‘de wasmand met propere was staat beneden aan de trap. Ga daar maar eens in kijken, jullie zullen er zeker kousenbroeken in vinden. Ze liggen normaal gezien bovenop de andere was.’
Waarop de meisjes naar beneden trippelden terwijl ik baby Renée uit haar bed haalde. Na vijf minuutjes hoorde ik de twee oudste giechelen en roepen: ‘Mama, kom eens kijken! We hebben een rommeltje gemaakt!’
Zucht… Ik ging naar beneden met Renée en ik trof … inderdaad een rommeltje aan :). Ik heb mijn lesje geleerd: ik zal voortaan misschien toch iets sneller de was in de kleerkasten leggen…