meisje met kanker

Wat je kan zeggen (en wat beter niet) wanneer een gezin met kinderkanker wordt geconfronteerd

6/03/2025
Mamabaas
Door Mamabaas

Als iemand in je omgeving getroffen wordt door kanker, is het niet gemakkelijk om de juiste woorden te vinden – laat staan wanneer het om een kind gaat. Twee mama’s die allebei zelf een zoon hebben die deze verschrikkelijke diagnose kreeg, vertellen wat je kan zeggen, en wat je vooral beter níet zegt. 

Wat je kan zeggen

‘Het spijt me zo dat jullie dit moeten doormaken. Ik denk vaak aan jullie en wens jullie alle goeds.’ 

‘Dit zijn eenvoudige woorden, die de moeilijkheid van de situatie erkennen. Je laat weten dat je om ons geeft. Het is fijn dat er aan ons gedacht wordt, en we willen zelf ook hoop houden op een goede toekomst.’ 

‘Ik steek een kaarsje aan voor jullie.’ 

‘Het is fijn om te horen dat iemand dat echt doet. Op sommige dagen heb ik daar zelf de energie niet voor, en het geeft me troost om te weten dat anderen het voor ons doen.’ 

‘Ik hoorde dat je zoon/dochter kanker heeft, dat is echt verschrikkelijk.’ 

‘Bedankt om gewoon eerlijk en direct te zijn.’ 

‘Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik wou zo graag dat ik dit voor jullie kon wegnemen. Kan ik deze week een maaltijd brengen voor jullie?’ 

‘Deze woorden voelen oprecht aan en het is fijn om concrete hulp aangeboden te krijgen.’ 

‘De kracht van je zoon/dochter (of van jou) is inspirerend.’ 

‘Ik ben zo trots op mijn kind. Ik zie hem van dichtbij vechten en lijden met zoveel moed. Zijn kracht inspireert mij ook.’

‘Fijn dat je dit opmerkt. Ik ben bang, en deze woorden helpen mij om vertrouwen te blijven hebben.’ 

Wat je beter niet zegt 

‘Wat is de prognose?’ 

‘Ik wil niet denken aan de kans dat mijn kind doodgaat. Ik wil me richten op zijn leven. Als je geen directe familie of dichte vriend bent, kan je beter zelf opzoeken wat de ziekte inhoudt.’ 

‘Hoe zeldzaam is deze diagnose?’ 

‘Het enige wat telt is hoe we ons kind kunnen redden. Zeldzaam of niet, ons kind is getroffen door kanker en dat is vreselijk.’ 

‘Zeventig procent overlevingskans is toch best goed?’ 

‘Iemand zei dit ooit tegen mij. Ik wilde hem vragen hoe hij zich zou voelen als iemand hem vertelde dat zijn kind dertig procent kans had om binnen de vijf jaar te overlijden. Alles onder de honderd procent voelt niet als “best goed”.’

‘Blijf vechten!’ 

‘Dit klinkt als een bevel. Het impliceert dat we eraan denken om op te geven – en dat doet geen enkele ouder. Elk gezin moet haar eigen weg vinden in dit proces, maar we zouden nóóit opgeven.’

‘Ik weet precies hoe je je voelt, want mijn (ver familielid) had ook kanker.’ 

‘Nee, dat weet je niet. Tenzij je je eigen kind hebt zien lijden met de kans om te sterven aan een genadeloze ziekte, kan je het je niet voorstellen. Je bedoelt het misschien goed, maar tenzij je écht een gelijkaardige ervaring hebt, is het beter om dit niet te zeggen.’ 

‘Ik begrijp niet hoe je dit volhoudt. Je bent zo sterk.’ 

‘Wat ik denk als je dat zegt, is dat ik het eigenlijk helemaal niet volhoud. Ik voel me verdoofd, en probeer gewoon om elke dag door te komen. Ik ben geen held omdat ik voor mijn kind zorg – jij zou hetzelfde doen. Dit maakt me ongemakkelijk, en ik weet nooit hoe ik daarop moet reageren. Zeg dan liever ‘Ik bewonder je kracht’, dan kan ik gewoon dankjewel zeggen.’ 

‘Wat denk je dat de oorzaak is?’ 

‘Deze vraag kan je echt beter niet stellen. Dit roept alleen maar schuldgevoelens op, en de gedachte aan wat ik misschien verkeerd heb gedaan achtervolgt me al genoeg.’ 

‘Heb je … al geprobeerd?’ 

‘Als ik het nog niet geprobeerd heb, dan is dat omdat ik er in mijn eindeloze onderzoek geen bewijs voor vond. Denk je nu echt dat ik niet allang alle mogelijke alternatieven heb gezocht?’ 


Eigenlijk is het simpel. Is wat je wil zeggen nuttig voor de persoon tegen wie je het zegt, of ga je je er alleen zelf beter door voelen? 

 

Vrij naar Motherly