mama met peuter in de keuken

Deze ‘onschuldige’ zinnen zeg je beter niet tegen je kind

14/03/2024
Mamabaas
Door Mamabaas

Dat je wat op je taalgebruik moet letten in de buurt van (je) kinderen weet je. Niet vloeken, geen volwassen onderwerpen aansnijden, niet roddelen (voor je het weet vertellen ze het rond) … En dan zijn er een paar dingen die onschuldig lijken of die we zo niet bedoelen, maar die we ook beter niet zeggen tegen kinderen.

Vaak heb je het niet door. Je zegt het uit gewoonte. Je bedoelt het niet slecht. Maar sommige uitspraken kunnen wel verwarring veroorzaken of je eigenlijke boodschap vertroebelen.

Deze zaken vermijd je beter:

1. ‘Zou je/kan je/vind je het erg/wil je alsjeblieft?’

Je zegt het om beleefd of vriendelijke te klinken, maar zulke zinnen kunnen verwarrend zijn voor kinderen. Als je een instructie geeft, doe je dat beter zonder een vraag te stellen. Beginnen met een vraag impliceert een keuze, waardoor het kind de ruimte heeft om 'nee' te zeggen.

Dus je zegt beter: ‘Raap je speelgoed op, alsjeblieft’ of ‘Je moet de blokken oprapen’.Een andere optie is: ‘Het is tijd om de blokken op te rapen’.

2. ‘Ik ga je niet helpen’

Zeker, het is goed om kinderen aan te moedigen om dingen zelf te doen, maar deze formulering kan nogal ontmoedigend zijn. En ervoor zorgen dat je kind niet meer naar je toekomt als het echt wel hulp nodig heeft.

Een alternatief: ‘Probeer het eerst eens zelf en als het niet lukt, help ik je wel even’. Zo geef je aan dat je gelooft in je kind, maar dat je er (altijd) bent als het nodig is.

3. ‘Goed gedaan!’

Huh, je mag je kind niet prijzen als het iets goed doet? We zijn vaak opgegroeid met het idee dat we als kind dingen (moeten) doen om lof te krijgen van volwassenen. Maar een vage lofbetuiging als ‘goed gedaan’ is voor een kind niet specifiek genoeg. Het geeft geen inzicht in wat het precies goed deed.

Als je kind iets goed doet, wees dan specifiek, zodat hij of zij weet welk gedrag in de toekomst voor herhaling vatbaat is. Je kan bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik zie dat je je speelgoed opraapt en in de bakken legt. Super hard bedankt om op te ruimen’ of ‘Goed gedaan, gooi dat maar weg’.

4. ‘Flink zijn/Gedraag je’

Klassiekertje ;-). Als je streng wordt toegesproken om je te gedragen, doe je dat. Maar opnieuw: zo’n instructie is voor een kind eigenlijk niet specifiek genoeg. Kleine kinderen hebben geen ervaring en weten niet altijd hoe ‘goed’ gedrag eruit ziet in een bepaalde situatie.

Vertel je kind in plaats daarvan precies wat het moet doen: ‘Ik wil dat je naast de winkelkar blijft lopen en alleen de dingen aanraakt die we gaan kopen.’

5. ‘Wees rustig/Kalmeer’

Het is logisch om je krijsende kind aan te manen om rustiger te worden. Maar wees eerlijk, word je zelf kalm enkel omdat iemand je zegt dat je het moet zijn? Nope, haast niemand is ooit gekalmeerd door te horen dat hij dat moet doen.

Je kind mag (moet) weten dat het oké is om grote emoties door te maken. Gevoelens horen er nu eenmaal bij. En je kind moet gaandeweg ook leren om die emoties te reguleren. Maar zeggen dat het moet kalmeren, wil zeggen dat je ervanuit gaat dat je kind al weet hoe het dat moet doen.

Een knuffel, een paar keer samen diep ademhalen of heroriëntatie kan kinderen helpen om zich te reguleren bij heftige gevoelens hebben. Ook je eigen kalme, voortdurende aanwezigheid vaak genoeg om je kind te helpen.

 

6. ‘Da’s helemaal niet erg’

Voor jou kan een probleem nogal banaal lijken, maar dat wil niet zeggen dat het ook zo is of aanvoelt voor je kind. Met zo’n uitspraak ontkracht je soms (ongewild) de gevoelens van je kind. Dat kan ervoor zorgen dat het zich afgewezen of onbegrepen voelt, of dat het denkt dat zijn of haar gevoelens er niet toe doen. En dat kan voor twijfel zorgen bij emoties of ervaringen.

Probeer in plaats een open vraag, zoals: "Dit lijkt echt belangrijk voor je. Vertel me eens waarom je zo overstuur bent’.

7. ‘Waarom heb je dat niet eerder gezegd?’

Je wil niet dat je kind zich ‘gestraft’ voelt omdat het zich openstelt. Je wil de aandacht blijven houden bij de gevoelens van je kind, niet op die van jou. Dus prijs je kind eerder omdat het iets eerlijk vertelt tegen jou. En laat het weten dat je er bent om te luisteren.

Je zou kunnen reageren met: "Super fijn dat je mij dit hebt (durven) vertellen’.

8. Een vraag of zin beëindigen met ‘oké?’

Veel mensen hebben de neiging of gewoonte om de vraag ‘oké’ te plakken aan het einde van een verzoek. Om wat verzachtend of tegemoetkomend over te komen. Maar kinderen hebben dat niet altijd door. Geef duidelijke aanwijzingen over wat je verwacht van je kind en eindig daarmee.

Ook als je mededeling doet, doet zoals ‘Mama gaat nu vertrekken’. Dan eindig je beter niet met 'oké?’. Je vraagt je kind niet om toestemming of feedback, je vertelt het gewoon wat er gaat gebeuren.

9. ‘Stop ermee’

Hoewel je soms moet ingrijpen, om te voorkomen dat je kind iets gevaarlijks doet ofzo, is het de algemene regel om bij kleine gedragsproblemen je kind eerder te vertellen wat het moet doen, in plaats van wat het niet mag doen.

Het helpt om zo specifiek mogelijk te zijn: ‘Loop naast mij’ of ‘Houd de bal op de grond’. Met een positieve toon zal je meer bereiken.

 

Bron: Huffington Post

Bestsellers

ongefilterd moederschap lorentia veppi

Ongefilterd moederschap

€ 19.99
mok legendaddy

Koffiemok | legendaddy

€ 16.95
to do hero gezinsplanner

To Do Hero: Gezinsplanner

€ 18.99

Meilleures ventes