kleuter op school

De eerste schooldag die nog geen laatste was

5/09/2023

Het regende. Uiteraard regende het. Alsof de vakantie nog eenmaal zijn dikke middelvinger toonde na alle stortvloeden en huilde om zijn afscheid. De eerste schooldag verzoop, gevuld met plassen en paraplu’s, en kondigde een nieuw schooljaar aan. Zoals na winter lente komt, volgen schooljaren elkaar op. Totdat alles en iedereen verjaart, ook schooljaren, want plots gaan kindjes niet meer naar school. Maar nu nog niet.

Vandaag drop ik mijn bende van ellende. Eentje in het tweede kleuter en eentje in het tweede leerjaar. Nieuwe juf, zelfde vriendjes. Gepakt met zomerherinneringen die ze binnen enkele jaren alweer vergeten zijn. Want wanneer hun juf straks zal vragen wat ze in de vakantie deden, zal de jongste antwoorden: ‘Spelen!‘

Alle bloed, zweet en tranen van ouders en hun vakantieplanningen samengevat in één woordje. Ach, een kinderleven is één grote speeltijd op smaak gebracht met een koekje en een sapje.

Ik laat mijn oudste, de dochter, achter bij haar vriendinnetjes buiten onder het afdak. Een vluchtige kus en succeswensen die ergens in de lucht blijven zweven totdat ze doorprikt worden door het hartelijke weerzien met een vriendinnetje. Ik vervaag voor haar tot een figurant maar voel gelukkig vijf kleine vingertjes van onze jongste in mijn handpalm knijpen. Mijn redding.

Zijn zelfzekere blik van zo-even is nu een schuchtere blik met ogen die vluchtig scannen en dan blijven hangen bij de mijne. We kijken elkaar aan en hebben, nu de oudste helemaal uit het zicht verdwijnt, mekaar even nodig.

Ik slik mijn gemis, en het gebrek van het hare, door en pak hem op zodat hij als een vuurtoren de omgeving verder kan scannen. De hemel huilt nog steeds en ik luister braaf naar de juf die kleuters aanmaant naar de sportzaal te gaan.

Ik zoek en vind zijn juf, een kindje staat huilend aan haar arm. Mijn zoontje zijn vingernageltjes boren zich dieper in mijn handpalm. Het weerzien met zijn vriendjes is minder hartelijk. Niet omdat ze elkaar niet graag hebben, maar een vierjarige is nu eenmaal minder geïnteresseerd in het wel en wee van een andere vierjarige.

Straks zullen ze samen spelen alsof hun leven er van af hangt, maar nu voelen ze zich alsof er met hun leven wordt gespeeld.

Gedwee volg ik een commando van de juf en zet hem tegen de muur, ten midden van een oceaan van andere smekende oogjes. Ik knuffel hem en wens hem succes. Hij kijkt mij aan alsof hij dat woord voor het eerst hoort, wat waarschijnlijk zo is, bedenk ik mij net. Ik vertaal naar zijn wereld: ‘Veel spelen vandaag vriend!‘.

Hij zwijgt en kijkt naar de toppen van zijn schoenen. Hij voelt zich waarschijnlijk eenzaam, dobberend in een zee, nog niet bij machte om zich vast te klampen aan zijn vriendjes rond hem zoals zijn zus van daarnet.

Ik dobber weg en baan mij een weg langs beteuterde peuters, richting de deur van de sportzaal. Nog eenmaal kijk ik om, zoekend naar mijn drenkeling, en slik een kropje in mijn keel weg.

Buiten stort de hemel nog steeds emmers water naar beneden. En dan besluipt mij een gedachte die ik al de hele tijd niet onder woorden kon brengen:

Ooit is het hun laatste eerste schooldag.

Maar niet vandaag.

Als ik buiten stap, rolt een regendruppel langs mijn wang naar beneden, tot aan mijn mondhoek. Zo regenen zeg, zucht ik.

En tiens, wat smaakt die regendruppel zout.

 

Deze blog verscheen eerder hier