Een oudere mama zijn: je bent zo oud als je je voelt, of toch niet?

Ik heb nooit echt bewust beslist om pas op latere leeftijd mama te worden. Dat moedergevoel dat heel veel vrouwen hebben als ze een baby vasthouden, ik had dat niet. Integendeel, ik heb altijd al een vrij irrationale maar wel grote angst gehad dat ik baby’s zou laten vallen, als je mij die in mijn handen duwde. Ik miste dus die biologische drive in mijn twintigerjaren. Daarna was er de carrière en het onbezorgd reizen en andere leuke dingen doen. Ik was er op een bepaald niveau wel van overtuigd dat ik kinderen wilde, maar dan eerder ‘later’. Ik zag me echter wel kokkerellen in de keuken voor de kinderen en hun eerste liefjes, en als oma later voor de kleinkinderen zorgen. Maar die zorgende fase als ze heel klein zijn, die wilde ik eigenlijk liever skippen.
Op mijn 34ste kwam dan het besef: als ik ‘ooit, later misschien’ kinderen wilde, dat ik daar dan ook best niet te heel lang meer mee wachtte. Maar dan kwamen twee factoren die ‘kinderen’ opeens minder evident maakten: een relatiebreuk met de partner met wie ik 10 jaar samen was, en waarvan ik tot dan altijd had gedacht dat hij diegene was met wie ik ooit kinderen zou hebben, ‘later’. En de diagnose endometriose, waardoor ik enkel via een ivf-traject zou zwanger kunnen worden.
Ik was 'oud'
Maar daar was ik dus, op een zucht van mijn 40ste verjaardag en zwanger van mijn eerste kindje. En omwille van mijn leeftijd was er een verhoogd risico op een miskraam, zwangerschapsdiabetes, of een kindje met een aandoening zoals het syndroom van Down. Hoe meer ik erover opzocht, hoe meer zaken er aan dat lijstje werden toegevoegd: een hoge bloeddruk, meer kans op een zwangerschapsvergiftiging,… Ik werd er niet blij van. Tijdens een zwangerschap wordt je lichaam nu eenmaal erg belast, en het lichaam van een jonge vrouw kan dit beter verdragen dan het lichaam van een oudere vrouw.
Voor het eerst in mijn leven kon ik er niet omheen: ik was ‘oud’. Ik, die mentaal altijd het gevoel had nog aan het begin van mijn leven te staan en die dacht dat ‘alles nog mogelijk was’. De meeste mensen groeien geleidelijk in dat besef naarmate ze ouder worden, bij mij is het nogal plots gekomen, op dat moment.

De zwangerschap is al bij al vrij rimpelloos verloren, op wat veelvoorkomende ongemakken na, en onze dochter is kerngezond ter wereld gekomen. Maar ik blijf ook gewoon een oude mama, ook nu ze er is. En daar zijn zowel voor- als nadelen aan verbonden, merk ik. Onze dochter is echt met open armen ontvangen in onze vriendengroep. Eindelijk nog eens een baby, nu alle kinderen intussen -sorry, maar zo is het wel een beetje- flink wat van hun aaibaarheidsfactor zijn verloren. De mama’tjes van de groep willen ze allemaal eens op schoot, eten geven, troosten, en ik krijg enorm veel vragen over hoe het ermee gaat. Aan oppassers geen gebrek, veel vrienden hebben expliciet laten vallen ‘als het eens te lastig is of je moet eens weg, ze mag altijd eens komen slapen, hoor’. Ik kan me niet voorstellen dat dat 10-15 jaar geleden, als iedereen zo’n beetje in hetzelfde schuitje zat- hetzelfde was geweest.
Ik zit in een comfortabelere fase in mijn leven. Er móet veel minder. Toen ik jonger was, had ik enorm veel ‘fomo’ en ook neen zeggen lukte me niet zo goed. Nu kan ik zonder dat het wringt in mijn hoofd bewust kiezen om niet mee te gaan met vrienden, omdat ik een drukke week heb gehad en ik wat tijd wil doorbrengen met mijn gezin.
Ik heb al een groot deel carrière achter de rug. Ik heb als zelfstandige enorm veel uren gewerkt toen er geen kindje op me wachtte, en ik heb ook het gevoel dat het wat dat betreft mooi is geweest. Het mag wel eens een keertje wat minder, en het leven is méér dan enkel maar werken. De vrije tijd die ik heb, voelt op een of andere manier ‘waardevoller’, omdat ik er bewust voor kies.
No stress, dit komt ook wel goed
Financieel ben ik ook op een betere plek dan toen ik een twintiger was. Het einde van mijn lening komt stilletjes aan in zicht, en de impact die de maandelijkse aflossing heeft op het gezinsbudget, valt ook veel beter mee dan 15 jaar geleden. Ik relativeer ook meer dan ik destijds had gedaan. Is ze wat trager met stappen of met woordjes: no stress, ze is voor de rest mee met alles, dit komt ook wel goed.
Ik heb méér geduld, ik ben rustiger. Ik zie mijn dochter echt als een geschenk. Enerzijds door mijn leeftijd maar anderzijds ook door het feit dat het geen evident parcours is geweest om zwanger te raken. Het voelt alsof het leven me op de valreep nog het geluk heeft gegund om mama te zijn. Het is een gevoel dat me nu nog heel vaak overvalt, als ik haar ‘s avonds in haar bedje leg of ‘s morgens mag uithalen en we even knuffelen. Ze is intussen anderhalf jaar, en ik denk echt dat dat gevoel van ‘waw, wat een geluk dat ik dit nog mag meemaken’ niet meer zal weggaan.
Maar er zijn ook nadelen, en ik had er vooraf nooit bij stilgestaan dat die er zouden zijn. Je hoort mensen wel zeggen ‘ik wil een jonge mama of papa zijn’, en dan dacht ik: je bent toch maar zo oud als je je voelt? En ik voel me nog altijd 20, ik blijf modern en hip tot mijn 60ste, geen probleem toch? Maar zo eenvoudig blijkt het wel niet te zijn. Een nachtje doortrekken als student, was geen probleem. 20 jaar later meerdere keren per nacht op staan om onze dochter eten te geven: het werd vrij slopend toch wel na enkele weken. Het heeft negen maanden geduurd vooraleer mijn lichaam min of meer hersteld was en ik er éindelijk opnieuw in slaagde om een toertje te gaan lopen. Daarvoor kon ik geen 800 meter meer lopen… Ik kan natuurlijk niet vergelijken, maar ik ben er altijd vanuit gegaan dat mijn ‘jongere’ lichaam sneller was hersteld.
Ga ik dan nog zo chill en zen zijn als nu?
Ik zit in een compleet andere fase dan mijn vrienden. Zij zoeken naar middelbare scholen voor hun kinderen. Hun discussies gaan over schermtijd, over waar de kinderen alleen met de fiets naartoe mogen en voor hoelang. Hun bezorgdheden gaan over kinderen die geen aansluiting vinden in hun klas, of die zich te onzeker voelen en daar misschien wel wat hulp bij nodig hebben. Ik ben nog blij met een extra tandje of een extra woordje. En als ik naar de verhalen van vrienden luister, dan besef ik dat ik nog een héél lange weg heb te gaan, met tal van issues op die weg. En ik ga er 55 zijn als ik met een puber in huis zal zitten. Ga ik dan ook nog zo ‘chill’ en ‘zen’ zijn als nu?
Mijn vrienden krijgen elk jaar wat meer van hun vrijheid terug. De kindjes gaan op kamp, en zijn een week van huis. Of ze kunnen al eens weg zonder babysit. Terwijl wij elke uitstap rond dutjes moeten puzzelen, we een hele koffer met spullen mee hebben telkens we ergens naartoe gaan waar er een maaltijd of dutje moet gedaan worden. We kunnen ze ook op het gemakje thuis laten, in haar vertrouwde omgeving, maar dan is er weer een babysit nodig. Het hoort erbij, maar wij zitten nu wel als enige van al onze vrienden in die situatie en het voelt soms wel wat eenzaam.
En een ‘donkere’ gedachte: onze dochter gaat jonger zijn dan de meeste andere kinderen als ze haar ouders moet afgeven. Tenminste, als we een mooie leeftijd mogen bereiken, alles ervoor is zo mogelijk nóg erger voor haar. Ik ben zelf mijn mama verloren toen ze 48 was. Dat is binnen 7 jaar voor mij, een gedachte waar ik echt niet te lang in mag blijven hangen. Als onze dochter zelf mama wordt, dan zijn wij er minstens 60-65. Wacht ze zolang als wij, dan zijn we er 80. En ik mag me nu nog jong voelen, en me mentaal niet willen neerleggen bij het feit dat ik ouder word: op mijn 80ste zie ik me niet rondcrossen met de kleinkinderen zoals de ouders van mijn vrienden nu doen.
Het is wat het is. Zelfs de bedenking maken ‘dat ik er eerder aan had moeten beginnen’ kan ik niet. Want dan was mijn dochter niet onze dochter, maar die van mijn ex en mij. En ik vind ze echt geweldig en perfect zoals ze nu is, ik zou het niet anders willen. Dus is het ook zoals het is, en ben ik nu eenmaal een oude mama.
In mijn toilet hangt een spreuk die op dat vlak alles wel wat relativeert. ‘Trust the timing of your life’. Ik probeer dat zoveel mogelijk te doen. Het komt wel goed, en ik blijf toch een grote gelukzak: dat weet ik bij elke knuffel ‘s avonds en ‘s morgens.