Onze samenleving hecht steeds meer belang aan vrijheid, zelfstandigheid en persoonlijke ontwikkeling. Alles moet leuk en luchtig blijven, zonder teveel moetjes. Tegelijkertijd merken we dat kinderen het moeilijker vinden om zich aan regels te houden, respect te tonen of verantwoordelijkheid te nemen. Is er dan sprake van een gebrek aan discipline, of worden de grenzen die we onze kinderen opleggen steeds vager?
In veel gevallen lijken we als ouder tegenwoordig minder snel harde grenzen te stellen. We willen onze kinderen vaak niet straffen of beperken in hun vrijheid en zoeken daarom naar manieren om problemen op een positieve manier op te lossen, bijvoorbeeld door te praten en te onderhandelen.
Het effect van 'losser' opvoeden
Je kunt als ouder wel denken: ‘Mijn kind heeft toch alles wat het nodig heeft? Ik geef liefde, steun en de nodige vrijheid!’ En dat is natuurlijk ook zo. Maar het is interessant om te kijken naar welk effect dat heeft op kinderen. Onderzoek wijst uit dat kinderen die weinig grenzen ervaren of niet echt leren omgaan met regels, vaak moeite hebben met zelfdiscipline. Ze vinden het moeilijker om verantwoordelijkheid te nemen voor hun gedrag en hebben minder besef van de gevolgen van hun acties.
Daarbij komt dat kinderen die niet leren omgaan met duidelijke grenzen, soms moeite krijgen met het plaatsen van hun eigen gedrag in een groter geheel. Wat voor hen een onschuldige grap is, kan door anderen als respectloos of kwetsend worden ervaren. Wat thuis misschien wel door de vingers wordt gezien, kan op school of in andere sociale situaties voor problemen zorgen.
Ouderwetse waarden in een nieuwe jas
Ouders die hun kinderen strenger willen opvoeden, hebben vaak moeite met het vinden van de juiste balans. Want hoe streng is té streng? De oplossing ligt niet in straffen of het opnieuw invoeren van oude, autoritaire regeltjes, maar in het vinden van een gezonde mix van liefde, duidelijkheid en consequent gedrag. Kinderen moeten leren dat er grenzen zijn, en dat die grenzen niet willekeurig ontstaan zijn, maar onderdeel uitmaken van een natuurlijke structuur.
Duidelijkheid helpt kinderen om te begrijpen wat er van hen wordt verwacht. Dat betekent niet dat we onze kinderen opvoeden met de zweep, maar wel dat we hen leren welk gedrag kan en welk niet. En wanneer ze over die grens gaan, moeten ze de gevolgen kunnen begrijpen. Geen straf om te straffen, maar wel een logische en eerlijke reactie.
Het belang van de dialoog
Daarnaast is de communicatie tussen ouders en kinderen ook heel belangrijk. Het gaat niet alleen om regels en grenzen, maar ook om uitleg en dialoog. Als kinderen begrijpen waarom bepaald gedrag niet gewenst is, ontdekken ze ook de normen en waarden die voor jou als ouder belangrijk zijn en die je hen wilt meegeven. Het stellen van grenzen hoeft dus niet autoritair over te komen. Het kan juist een manier zijn om kinderen te helpen groeien in zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel.
Hoe streng moeten we dan zijn?
De mate van strengheid die nodig is, hangt af van het kind en van de situatie. Sommige kinderen hebben graag een beetje extra structuur en discipline, terwijl anderen beter functioneren in een meer ontspannen omgeving. Duidelijkheid en een consequente aanpak zijn daarin de rode draad. Daarmee beperk je de vrijheid van je kind niet, maar help je het net om een stevige basis voor zijn toekomst te ontwikkelen.
We moeten niet de strenge ouder uit het verleden terughalen, maar wel de waarde van duidelijke grenzen opnieuw omarmen. In een tijd waarin alles snel verandert, is het eens zo belangrijk dat kinderen weten waar ze aan toe zijn. Niet vanuit een volledige controle, maar vanuit liefde en zorg voor hun ontwikkeling. Grenzen stellen is een middel om kinderen sterker en zelfbewuster te maken, en dat is iets wat we als ouders niet uit het oog mogen verliezen.