Meedoen is belangrijker dan winnen: over sport en hobby’s bij tieners
Soms strookt dat niet helemaal met de hobby’s die jij als ouder in gedachten had. Je kind wil ineens per se voetballen, terwijl jij het helemaal niet ziet zitten om iedere zaterdag in weer en wind langs de zijlijn te staan. Of het kiest voor een drumstel, terwijl de relatie met je buren al niet zo geweldig is.
Of andersom: jij had je kind heel graag over tien jaar als winnaar gezien van The Voice of welke talentenshow er tegen die tijd ook maar voor in de plaats is gekomen. Maar helaas, je kind heeft totaal geen interesse in muziek.
In dat laatste geval zal je je eigen wensen toch los moeten laten. In het eerste geval zijn er misschien nog alternatieven te bedenken waar jullie allebei blij van worden: zaalvoetbal of een elektronisch drumstel met koptelefoon? Of kan je kijken of je de taken met je (opvoed)partner of misschien zelfs ouders in de buurt kan verdelen.
Tip 1: Probeer eerst wat dingen uit
Voordat je het lidgeld betaalt, een complete sportoutfit koopt of toch die piano of dat drumstel je huis in brengt, is het handig om je kind eerst het een en ander uit te laten proberen.
Soms ziet er het op televisie veel leuker en makkelijker uit, maar heeft je kind er in het echt helemaal geen zin in om al die technieken te leren. Soms is hij of zij er nog helemaal niet aan toe of is het nog te ingewikkeld. En soms vindt je kind het gewoon simpelweg ‘toch niet zo leuk’.
Je kan bijna overal wel gratis proeflessen volgen en ook de nodige spullen kan je voor die ene keer meestal wel ergens lenen.
Tip 2: Maak goede afspraken
Heb je je kind na een rondje proeflessen dan ingeschreven, dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat hij na twee weken alweer een andere hobby kiest. Maak daarom goede afspraken over wat het betekent als je kind ergens voor kiest. Leg uit dat het (veel) geld kost, dat anderen nu op hem of haar rekenen (bijvoorbeeld bij een teamsport), dat het belangrijk is dat je afmaakt waar je aan begint en dat dit in principe ook betekent dat je kind het jaar afmaakt.
Tegelijkertijd: is je kind er echt met geen tien paarden meer naartoe te slepen, dan is het voor jullie beiden ook geen pretje om het maar te moeten blijven volhouden. Een logische consequentie kan zijn dat je een pauze inlast en je kind niet zomaar met een andere hobby aan de slag mag.
Daarbij is het natuurlijk ook belangrijk om erachter te komen waarom je kind niet meer wil. Misschien is er iets vervelends gebeurd en kan je daar samen een oplossing voor vinden.
Tip 3: Alles waar té voor staat …
Ik zie op woensdag- en vrijdagmiddag alle vaders en moeders druk heen en weer vliegen tussen alle sport- en muziekclubs van hun kinderen. Natuurlijk heb je dat al snel als je meer kinderen hebt rondlopen, die allemaal hun eigen hobby’s hebben. Maar soms zie je ook dat 1 kind wel drie of vier hobby’s tegelijk heeft.
Sommige kinderen kunnen dat prima aan, maar de meeste kinderen worden daar zelf ook niet blij van. Ze willen ook nog tijd om te chillen, juist?
Kiezen is dan dus het ‘toverwoord’. Als er te veel voor kinderen gepland wordt, zie je dat ze het ook lastig gaan vinden om zich te amuseren.
Tip 4: Meedoen is belangrijker dan …
Het ‘te’ kan hem ook zitten in het fanatisme waarmee ouders hun kind aanmoedigen om vooral de allerbeste te zijn of dat – en het liefst zo snel mogelijk – te worden. Tegenwoordig lijkt het ook wel alsof je minstens op je vierde moet beginnen met een hobby, anders is het al te laat om er ‘echt goed’ in te worden.
Maar het gaat vooral om het plezier dat je erin hebt. In plaats van vragen of je kind eerste is geworden, heeft gewonnen of heeft gescoord, kan je ook vragen of het leuk was en hoe het is gegaan. Ook hier geldt dat aandacht besteden aan de inspanning beter en belangrijk is dan te focussen op het resultaat. Meedoen is belangrijker dan winnen!
Uit het boek ‘Minipubers. Survivalgids voor ouders van kinderen tussen 6 en 12’ van Krista Okma.