6910fi.jpg

Shoppen met kinderen: de corona editie

26/08/2020

Zomervakantie. En het begint hier en daar al wat te kriebelen. Niet op een fijne manier. Meer zoals die muggenbeet op je voet en het triomfantelijk gezoem van dat rotbeest in je oor. Uiteraard net wanneer je in slaap gesukkeld was met je bril scheef op je neus en je boek verkreukeld op je kin. Dat soort kriebelen.

Mijn meisjes zijn weer een paar weken thuis. En het kriebelt nu al. Om maar meteen eerlijk te zijn: er was niet genoeg school voor ons anno 2020. Niet voor mijn dochters en niet voor mij. We begonnen aan de zomervakantie met een halfvolle emmer en met een half lege batterij.

De combinatie van thuiswerk met kinderen, zonder uitstapjes of sociale contacten hebben meer gevraagd dan ik aanvankelijk dacht. Zowel voor mijn meisjes als voor mij.

Ik kan dat wél. Zelfzorg, thuiswerk en kids moeiteloos combineren. ‘Watch me’

Dit besef langzaam groeiend, wetend dat er nog meer dan een maand zomervakantie op het programma stond, deed ik waar ik het beste in ben. Kei hard, ‘head first’ in verzet gaan.  Want ik kan dat wél. Zelfzorg, thuiswerk en kids moeiteloos combineren. ‘Watch me’ dacht ik, toen ik op zaterdagmiddag mijn nageslacht in hun autostoeltjes gespte om samen met mama nieuwe hoesjes voor de kussens in de zetel te gaan kopen. Ik ging iets leuks doen voor mezelf, de kinderen gingen mee, en de zon zou schijnen.

De zon scheen ook en het was warm. De autorit van 20 minuten werd er een waarin dat door mijn kleutertje met volharding gemiddeld 5 keer per minuut herhaald werd. Terwijl mijn andere kleine Houdini zich al schaterlachend los wriemelde uit de riempjes van haar autostoel. Aangekomen aan de winkel met een hartslag die ik in mijn oren kon voelen en die ene ader onheilspellend kloppend op mijn rechterslaap was ik er nog altijd steevast van overtuigd dat het ‘leuk’ zou worden.

Jah… Ik was ze. Die moeder met het gillend kind

Mondmasker in aanslag en mijn kleine meid in een ontsmet winkelwagentje besloot ik dat het ook tijd werd om iets ‘nieuws’ te proberen. Grote zus mocht voor het eerst sinds de coronacrisis zelf door de winkel stappen. Ik had in alle eerlijkheid de plaats ook nodig in het winkelwagentje.  Maar ik had vooral gehoopt dat de vrijheid haar de vreselijke autorit zou helpen vergeten.

Jah… Ik was ze. Die moeder met het gillend kind. Want ze had alles nodig uit de winkel, voor één keertje alsjeblieft mama… Wat een nachtmerrie. Ze mocht nergens aankomen door de ‘coronabeestjes’. Welk driejarige meisje kan voorbij een kussentje met eenhoornprint lopen zonder het aan te raken?

Ik bleef rustig, zei haar dat ik begreep dat ze het niet leuk vond, en bleef bij mijn antwoord. We hadden op voorhand afgesproken dat we ergens anders nieuwe plasticine zouden kopen, niets meer.

Op de achtergrond hoorde ik het… Zacht maar duidelijk; Een onuitstaanbare ‘Tssst!’

“Dan ga ik niet meer mee mama!” en ze ging tegen de ‘coronawandelrichting’ in op de grond zitten. “Oké lieverd, mama gaat al wat verder kijken.” Uiteraard volgde het onvermijdelijke. “Nee, mama, wacht ik ga mee!” en in haar haast struikelt ze en valt ze met haar knietjes en handjes op grond in het midden van de winkel. De toeschouwers namen toe en terwijl ik mijn kleutertje probeerde te troosten op mijn schoot, begon mijn jongste uit het winkelwagentje te klimmen.  Op de achtergrond hoorde ik het… Zacht maar duidelijk; Een onuitstaanbare ‘Tssst!’ van een in bloemenprint gewade taart in de herfst van haar leven. Het kriebelde niet meer, het jeukte en ik voelde een bijna onweerstaanbare drang om tot bloedens toe te krabben.

Het ging van kwaad naar erger

Geen kussenhoezen, maar wel langs de kassa voor de geurkaarsjes die eenzaam heen en weer rolden op de bodem van het winkelkarretje. Mijn kleutertje vergat haar traantjes, want aan de kassa lagen er nieuwe prachtige decoratiestukken in eenhoornthema. Het ging van kwaad naar erger. En na mijn 100ste ‘neen’ deed mijn meisje iets waar ik tot op de dag van vandaag van achterover val.

Ze ging zo luid ze kon ‘alsof’ niezen en hoesten terwijl ze recht in mijn ogen keek. Uit mijn ooghoek zag ik het aftands bloemengordijn komen aanwapperen. Ik duwde snel mijn peuter weer recht die vanuit het zitje het handvat van het winkelwagentje aan het aflikken was, rekende af, bracht het winkelwagentje weg en maakte me uit de voeten.

We haalden de plasticine op. Afgesproken was afgesproken, en aangezien het kneden en spelen met klei een van de weinige dingen is die mijn kleuter tot rust brengt was het geen optie om dat over te slaan.

Tegen beter weten in nog een laatste winkel voor die kussenhoezen? Natuurlijk!

Geen winkelwagentjes… Wel verplicht een mandje. Leg me maar eens uit hoe je in één arm je peuter vasthoudt, in je andere een winkelmandje, en dan je winkelmandje vult met mooie kussenhoezen.

Ik besloot dat het een goed idee was om mijn peutertje ook los te laten in de winkel. Behoorlijk interessant aangezien de doorgangen tussen de gangpaden waren afgesloten met lint zodat de klanten maar in één richting door de winkel konden wandelen. En dat lint? Net ietsje hoger dan de haarsprietjes op het hoofdje van mijn jongste telg die met een hartverwarmend enthousiasme in één adem onder drie linten door stapte en er met een enorme vaart van door ging. Een paar niet zo originele vloekwoorden glipten over mijn lippen terwijl ik de achtervolging inzette. Mijn kleuter en rechterhand in het kwaad worden op kleine zus schoot meteen te hulp. Ook zij dook de linten onder en tackelde het doelwit met de ‘air’ van een professionele rugbyspeelster terwijl ik brulde op de achtergrond.

Zelfs een ‘ragequit’ in het winkelen was me niet gegund

Het was op. Remmingen weg. Gêne weg. Mild ouderschap weg.

Met razende peuter onder één arm, winkelmandje onder de andere en een kleuter aan de hand begon ik aan mijn ‘walk of shame’ luidop klagend dat de coronamaatregelen kindonvriendelijk waren en dat dit zo niet verder kon. Bijna aan de uitgang werd ik vriendelijk teruggefloten omdat ik mijn winkelmandje moest afgeven aan de kassa zodat het ontsmet kon worden. Topdag! Zelfs een ‘ragequit’ in het winkelen was me niet gegund.

Stomme coronabeestjes!

Hoewel het in de auto nog wat warmer was dan op de heenrit, zat de sfeer diep onder het vriespunt.

“Waarom ben je toch zo boos mama?”

“Sorry lieverd, mama is niet écht boos op jou. Ik had niet mogen roepen. Dat was verkeerd.”

“Als je roept ben je niet mijn beste vriend mama.”

“Dat snap ik. Mama is gewoon zo boos op de coronabeestjes.”

Er stroomt een vloedgolf aan tranen over mijn wangen. Ik vertel over hoe ik het moeilijk vind dat ze door de coronabeestjes niet vrij in de winkel kan wandelen. Dat we overal voorzichtig moeten zijn. Dat ik wou dat we zorgeloos naar het zwembad zouden kunnen gaan. Dat ik moe ben. Dat ik het huis waar we noodgedwongen zoveel tijd moeten doorbrengen wilde ‘opleuken’ en dat de kussentjes daarom belangrijk voor me waren. Dat ik de coronabeestjes beu ben.

In gedachte voeg ik de ongerustheid voor vrienden en familie die tot de risicogroep behoren toe helemaal boven aan het lijstje.

“Stomme coronabeestjes!” klinkt het van op de achterbank.

“Wat?”

“Stomme coronabeestjes. Die hebben de school krikkrak op slot gedaan. Ik ga je helpen mama. Als we thuis zijn pak ik de rode mepper voor de coronabeestjes en dan ga ik ze zo ‘woesj woesj’ meppen”

“De vliegenmepper?”

“Ja, die mama. Dan maken we de coronabeestjes dood en kunnen we frietjes eten in het frituur en naar het zwembad. Daarna als we geslapen hebben gaan we een ander keertje naar de winkel voor de ‘kussenbloesjes’ mama.”

“Dat is een goed ideetje lieve meid.” Zeg ik. Ik krijg het niet over mijn hart om haar te vertellen dat kriebeldiertjes (zoals vliegen) en coronabeestjes niet hetzelfde zijn.

Mijn batterijen zijn nog steeds aan de lage kant

Thuis steek ik de geurkaarsjes aan en halen we de plasticine uit de verpakking.

“Weet je mama, zelfs al maken we ruzie, jij bent toch mijn beste vriend.”

Wanneer ik ’s avonds onderuit ga liggen in de zetel en mijn hoofd neer vlei op mijn kapotte kussentjes besluit ik dat ik prachtige kinderen heb.

Mijn batterijen zijn nog steeds aan de lage kant, en die emmer is nog behoorlijk vol. Ondertussen is de 2e coronagolf een feit. Ik ben er niet klaar voor. Naast de angst voor het virus groeit nu ook de angst om weer voor onbepaalde duur thuis te moeten blijven met de meisjes zonder uitstapjes en sociale contacten in combinatie met mijn job.

Ik haal alvast een extra vliegenmepper in huis om de coronabeestjes dood te meppen. Of ik bestel er een online zodat ik niet met de meisjes naar de winkel moet.

 

Deze blog verscheen eerder op PorcupineMilestones