Open brief aan kleuter- en lagere scholen: nee, die brooddoos moet niet leeg
Vandaag ontving ik een noodkreet van een radeloze mama. Ze kreeg bij het infomoment op school te horen dat wie zijn brooddoos niet leegeet, die opnieuw voorgeschoteld krijgt tijdens het ‘koek & drank’ moment in de namiddag. Terwijl diegenen die wél hun brooddoos leeg aten, hun koekje mogen opeten. Verder krijgt wie braaf was aan het eind van de dag een extra koekje. Wie stout was geweest niet. Ze had er niet van geslapen en had al veel gehuild. Haar kindje is een moeilijke eter.
Dit is jammer genoeg de zóveelste getuigenis die aantoont dat onze taak als voedingsdeskundige nog lang niet af is. Het illustreert op pijnlijke wijze dat de handvatten om een positieve relatie met voeding op te bouwen nog niet wijd verspreid genoeg, laat staan gekend zijn.
Want zo goedgelovig wil ik blijven: het is vanuit onwetendheid dat de scholen dit straffen-belonen beleid volgen. Denkende hiermee goed te doen, niet beseffende hoe nefast deze negatieve voedingsstrategieën op korte én lange termijn zijn.
Als diëtiste, gespecialiseerd in moeilijk eetgedrag, kan ik je vertellen dat er één gouden regel is bij voeden: de regel van gedeelde verantwoordelijkheid. Die geeft ouders de verantwoordelijkheid over wat je een kind aanbiedt, wanneer en waar. Óf een kind eet van wat het aangeboden krijgt én hoeveel het daarvan eet: die verantwoordelijkheden liggen bij het kind. Deze regel wordt al meer dan 40 jaar naar voren geschoven wanneer het gaat over het ontwikkelen van gezonde eetvaardigheden.
Een kind weet namelijk perfect wat zijn eigen lichaam nodig heeft, op élk aangeboden eetmoment, opdat het optimaal zou groeien en functioneren. Dit kunnen wij niet bepalen voor een kind. Net zoals iemand anders dat ook niet voor ons kan bepalen. Elk individu voelt zijn eigen honger- en verzadigingssignalen aan. Waarom zouden wij ditzelfde kind beter dan zijzelf aanvoelen? (*)
Of een kind klaar is om van iets te eten, heeft alles te maken met het feit dat eten een leerproces is. En dat aan eten proeven vooraf gaat. Jonge kinderen gaan typisch door een kritische eetfase waarbij het helemaal niet evident is om iets zomaar in de mond te steken, laat staan op te eten.
Als we in een ‘LEER’jaar mogen leren schrijven op eigen tempo, in opbouwende stapjes en met positieve ondersteuning van de juf of meester, waarom zouden we ditzelfde kind dan dwingen om iets op te eten, en – als dat nog niet lukt – te straffen?
Laat ons samen een generatie voeden waarbij eten geen beloning of straf meer is, zodat we een volgende generatie emotionele eters vermijden. Want geef toe: als honger niet het probleem is, is eten zelden de oplossing. Dat glas wijn maakt een rotdag echt niet beter. Die pot ijs lost de eenzaamheid níet op, net zoals die reep chocolade ons niet gelukkiger maakt. En tóch grijpen wij ernaar, omdat dat aangeleerd hebben gekregen als kind. Want “zoet” moesten we verdienen en hielp tegen elk “pijntje”.
Gaan we beter rekenen onder druk, dwang of als er een straf volgt? Laat staan er meer van houden? Dit is net zo bij leren proeven en eten. Ouders getuigen in mijn praktijk dat ze tot op vandaag de dag de hevige emoties kunnen oproepen bij anekdotes van meer dan 30 jaar geleden toen ze in de refter of het internaat gedwongen werden om iets op te eten. Tot vandaag kokhalzen ze bij de gedachte of het zien van datzelfde voedingsmiddel.
Laat ons samen een generatie voeden waarbij een kind op eigen tempo en zonder druk mag leren proeven en eten. Lukt het vandaag nog niet, dan oefenen we gewoon morgen nog een keertje! Zo “leert” een kind toch ook zwemmen en fietsen?
Aan ons om hen overwegend gezonde en evenwichtige brooddozen en snackjes mee te geven. Aan hen om op termijn gezond en evenwichtig te leren eten.
Ik hoop dat deze mama niet noodgedwongen vervalt in het aanbieden van uitsluitend witte boterhammen met choco, opdat de brooddoos toch maar zou worden leeggegeten en ook haar kindje blij zou mogen gaan spelen na het eten van een koekje. Want wat winnen we hierbij? Bitter weinig …
Als we geen fruit en groenten of andere gezonde voeding aanbieden, kán een kind er niet van leren eten. Op het droge leren zwemmen, lukt niemand.
Positief voeden. Laat ons daarvoor gaan, samen. Vanaf vandaag. In het belang van onze kinderen, die optimaal willen groeien en functioneren!
(*) Bij bijvoorbeeld een kind met autisme of de eetstoornis ARFID of omwille van medicatie bij ADHD kunnen deze signalen verstoord zijn. Het is van belang dit samen te bekijken met een expert die je hierin kan begeleiden.