Overschakelen op flesjes? Zo gaat het vlot(ter)

27/09/2021

Door Mamabaas

Het eerste flesje? Voor sommige baby’s loopt die switch niet altijd van een leien dakje. Zeker als je kleintje gewoon is om te drinken van je borst. En we moeten eerlijk zijn: dat is zo’n fopspeen nog altijd niet. Enkele tips om de overgang naar flesvoeding te vergemakkelijken voor je baby.

Vragen, vragen, vragen …

Overschakelen naar flesjes na borstvoeding of meteen starten met flesjes: vaak zit je met een hoofd vol vragen. Heel normaal. Niet alleen je baby, maar ook jij moet alles leren kennen. Dus ook die voedmomenten.

Vanaf wanneer geef je flesjes?

Het ideale moment voor flesvoeding? Dat bestaat niet. Of anders gezegd: dat is het moment dat jij ideaal vindt. Wil je na de geboorte meteen flesjes geven? Dat kan – en dat is jouw keuze. Doe wat het beste aanvoelt voor jou en je baby.

Geef je de borst? Ook dan kies je zelf wanneer je afbouwt en overschakelt naar flesjes. Wil je gedeeltelijk of volledig stoppen met borstvoeding, dan bouw je de voedingen stap voor stap af. Elke dag vervang je op een vast moment een borstvoeding door een flesje moedermelk of kunstvoeding. ’s Avonds blijf je het liefst wel de borst geven, want het voedt en kalmeert. Na ongeveer een week kan je een volgende borstvoeding vervangen.

Met welke melk start je bij flesvoeding?

Vanaf 6 maanden kan je overschakelen op opvolgvoeding, zoals NAN Evolia 2, Die vind je bij de apotheek. Opvolgmelk bevat de nodige vitamines en combineer je met vaste voeding, het liefst tot de leeftijd van 18 maanden.

Wat is het juiste flesje?

Ga je voor glas of plastiek? Kan allebei, zolang het flesje steriliseerbaar en glad vanbinnen is. Als je kiest voor een plastieken flesje, let er dan op of er geen barsten of krassen in komen. Bacteriën vinden dat een heel fijn plekje om te verzamelen. Flesje beschadigd? Nieuw flesje nemen!

Maak het jezelf makkelijk en ga voor flessen met een brede hals. Die zijn eenvoudig proper te maken.

En welke speen kies je? Hoe groot moet die zijn? Van welk materiaal is die het best gemaakt? En oh jee, er bestaan ook verschillende vormen. Send help! Geen paniek: we hebben het allemaal handig voor je samengevat.

Hoeveel flesjes en hoeveel melk geef je per dag?

Wees gerust, dat zal je baby je wel zeggen! Een gezond kleintje laat je weten wanneer hij of zij honger heeft. Probeer je baby te voeden wanneer die het vraagt.

Al is een overzichtje toch ook altijd handig:

Een baby drinkt ongeveer 6 keer per dag – de eerste weken minimum 6 tot 8 keer.

De vuistregel zegt dat je de eerste 6 maanden per kilo lichaamsgewicht 150 tot 180 milliliter flesvoeding per dag geeft.
Na 6 maanden geef je je kindje minimaal een halve liter, naast de vaste voeding.

Kind en Gezin geeft een ook handig overzicht van de richthoeveelheden.

Hoe maak je het flesje klaar?

Oké, melkpoeder en water klaar? Oh, wacht even … welk water? Je neemt flessenwater, plat en zo mineraalarm mogelijk – let erop dat op het etiket ‘geschikt voor de bereiding van babyvoeding’ staat. Blijf dergelijk water altijd gebruiken voor flesvoeding, ook als je kindje ouder is dan 12 maanden.

Hoeveel melkpoeder? De normale verhouding is 1 afgestreken maatschepje melkpoeder per 30 milliliter water. Gebruik enkel het schepje dat bij het poeder zit, dan ben je zeker van de juiste maat. Een extra schepje tegen de honger? Niet doen! Je kindje kan verstopt geraken en de spijsvertering kan protesteren. Te weinig poeder maakt de melk dan weer waterachtig en je baby krijgt niet voldoende voedingsstoffen binnen.

Alles goed afgemeten? Voeg het poeder bij het water en dan goed schudden, ongeveer 10 seconden, tot alles goed is opgelost. Het flesje rollen tussen je handen hoef je niet te doen. Als je warme melk wil, dan warm je eerst het water op en voeg je pas nadien het melkpoeder toe.

Tips bij het eerste flesje

Kies een rustig moment en een rustige omgeving.
Leg je baby halfzittend op je schoot. Geef jouw arm voldoende steun en laat het hoofdje van je baby rusting in je elleboog.
Probeer afwisselend links en rechts te voeden.
Houd oogcontact met je baby. Dat is goed voor zijn ontwikkeling. Ook tijdens het eten is het belangrijk dat je hummeltje aandacht en liefde voelt.
Controleer de temperatuur van de melk voor je begint te voeden. Niet door zelf van het flesje te drinken! Zo geef je makkelijk eventuele infecties door aan je kindje. Wel met een paar druppels op de binnenkant van je pols. Voelt de melk even warm als je huid? Dan zit je goed.

Zorg dat er altijd melk in de speen zit. Anders riskeer je dat je baby lucht slikt.
De fles houd je het best vast in het midden en je kantelt ze vervolgens. Als je aan de rand van het flesje kleine belletjes ziet, weet je dat je baby goed drinkt.
Zie je geen belletjes? Of zuigt je baby de speen plat? Draai de afsluitring van de fles wat losser. Zo vloeit de melk sneller.
Tijden het voeden, hoef je niet te onderbreken voor een boertje. Zeker niet als je baby rustig drinkt.
Voor het boertje achteraf is het voor je baby het makkelijkst als hij met zijn hoofdje en armpjes kan leunen boven je schouder.
Komt het boertje niet? Wissel eens van houding, dat kan helpen.
Neem ook rustig de tijd voor het boertje.
Blijft je baby onrustig na de voeding? Huilt hij? Probeer hem nog eens te laten boeren.