Ik voel me zo gefaald. Gefaald t.o.v. mijn eigen kind, t.o.v. de liefde van mijn leven, t.o.v. mijn familie en vrienden, maar vooral t.o.v. iedereen met kinderen. Want hoe kan ik me nu één van hen voelen als ik mislukt ben in de allerbelangrijkste taak? Ik kon mijn kind niet beschermen. Het enige wat ik moest doen was haar laten groeien en haar na 40 weken ter wereld brengen, maar dat lukte me niet.
Wanneer je ‘vol verwachting’ naar de boekhandel stapt om een boek over zwangerschap te kopen heb je de keuze uit een hele reeks titels. Enkele voorbeelden: ‘Mama worden’, ‘Zo krijg je een blije baby’, ‘Een praktische lifestylegids voor je eerste jaar als mama’, ‘Het nieuwe borstvoedingsboek’, ‘Het grote wonder’, ‘Geboorte vol vertrouwen’, Help ik word (super)papa’, ‘Op weg naar een bekrachtigende bevalling’, ‘Sterker zwanger’, ‘Bevallen op eigen kracht’, ‘Veilig zwanger’, … Titels die je laten dromen over een toekomst vol vervulling. Niets in al die titels doet vermoeden dat papa en mama worden niet voor iedereen zo’n rimpelloos traject kan worden.
Ons dochtertje van bijna vier heeft sinds deze zomer diabetes type 1. Na een moeilijke avond schreef ik onderstaande tekst over de onmacht, het falen, het boos worden en het schuldgevoel dat daarbij komt kijken …
Mama worden. Als kind, als meisje, als vrouw dacht ik daar wel eens over na. Ik stelde me er dingen bij voor, ik had vragen, ik was nieuwsgierig, ik fantaseerde erover en daardoor had ik me een bepaald beeld gevormd van hoe het zou zijn met een baby’tje. Wel, bijna een jaar na de bevalling kan ik zeggen: zowat niets van hoe ik het me voorgesteld had is verlopen zoals initieel gedacht.
Zusje valt. Ze valt op de grond en ze blijft liggen. Ze huilt niet. Ik pak haar op. Ze is helemaal verstijfd. Oogjes open. Star. Ze ziet mij niet. Reageert niet. Paniek. Papa roepen. 112 bellen. Lang wachten. Of eigenlijk helemaal niet lang, we wonen vlakbij de brandweerkazerne waar de ambulance vertrekt, maar het lijken de langste minuten uit mijn leven.
COVID-19, een infectieziekte veroorzaakt door een coronavirus (een virus is een ziekteverwekker die nog 100 keer kleiner is dan een bacterie, onzichtbaar is voor een gewone microscoop, een stukje genetisch materiaal, DNA of RNA, omgeven door een omslag, die de machinerie van levende cellen nodig heeft om zich te vermenigvuldigen) houdt nu al een jaar heel de wereld in zijn ban.
Wanneer ik met Céleste naar de kinderarts ga, sleur ik naast mijn dochter, haar overvolle verzorgingstas en mijn eigen spullen ook nog een kritisch duiveltje mee. Dit gemene schepseltje kan het niet laten om voortdurend zijn gallige gedachten te spuwen. Zo lijkt het alsof niet alleen Céleste onderzocht wordt, maar ook mijn capaciteiten als mama onder de loep genomen worden.
We leven in uitdagende tijden: er komt veel verandering op ons af, er is onzekerheid over milieu en toekomst, we zoeken allen naar manieren om om te gaan met de toenemende druk en chaos. Dat is ook zo voor onze kinderen en jongeren. Veranderende tijden gaan gepaard met uitdagingen, en onze uitdagingen zullen in de toekomst ook steeds complexer worden. Verandering houdt gelukkig ook kans in om te groeien. Willen we als maatschappij groeien, dan zal het essentieel zijn om kinderen en jongeren voor te bereiden op een nieuwe tijd. Een tijd waarin de zogenaamde 'soft skills' steeds belangrijker zullen worden.
Zo’n simpele vraag, maar zo weinig gesteld. Zodra je bevallen bent, vergeten ze je eigenlijk een beetje … Had ik die aandacht nodig? Nee, bewonder dat lieve kleine wezentje maar ten volle. Maar er wordt vergeten dat je niet onmiddellijk de oude bent als dat kleintje op de wereld is gezet.