De eerste 18 maanden na de geboorte van mijn zoontje deed ik elke twee weken een anonieme online screening voor postnatale depressies. Ik herinner me dat ik vanuit bed stiekem door de tien vragen ging. Mijn lichaam bevroor, ik trilde, terwijl mijn zoon naast me in het wiegje sliep. Of ik nu een ‘goede’ week had gehad en genoot van het ouderschap, of een ‘slechte’ week had waarin mijn zoon aanvoelde als een bloedzuiger, de resultaten veranderden nooit: “U hebt mogelijk last van een ernstige depressie”, las ik, voordat ik het advies kreeg om hulp te zoeken. Maar net als zo veel vrouwen kreeg ik die nooit.
Een paar jaar geleden zaten we in het vliegtuig. Het was onze eerste vlucht als gezin van vijf. Toen we ergens halverwege waren, werd mijn jongste van toen anderhalf furieus op zijn vader omdat die hem in een houding wilde leggen die verdacht veel leek op de houding om een dutje te doen. Hij begon te trappen en te huilen, hield plots zijn adem in, verloor alle kleur in zijn gezicht, werd zo slap als een sliert spaghetti en viel bewusteloos op de grond op 10 kilometer hoogte.
Ben jij die ouder die de winkelkar ergens in het midden van een gang (of aan de kassa) moet laten staan om achter je kleuter te sprinten? Die zichzelf wel 100 keer per dag hoort zeggen: ‘Maar luister nu toch eens’ (of: ‘Ik heb het je toch gezegd’)? De ouder van wie de mond openvalt als je andere ouders hoort vertellen over hun quasi probleemloze uitjes naar een restaurant/pretpark/het strand?
Je hebt als jonge ouder misschien wel eens gehoord over het concept van de eerste duizend dagen. Die eerste duizend dagen slaan op de periode van de eerste dag van de conceptie tot het tweede levensjaar. Maar waarom is die periode nu zo belangrijk? In het boek Mijn Peuter lees je het antwoord op die vraag.
Als je met hoogsensitieve kinderen aan tafel zit, is de kans groot dat het een stressvolle bedoening wordt (en je eigen eten je dus ook een stuk minder goed smaakt). Hoogsensitieve kinderen zijn vaak tergend traag, eten niet alles op of zitten niet stil aan tafel. Het voelt voor ouders soms als een strijd: je wilt gezellig samen aan tafel zitten én je probeert je kind te laten eten. In dit geval: pick your battles. Je zult niet alles in een keer kunnen oplossen, maar hopelijk helpen de volgende tips je al een eind op weg.
Een mama roept onze raad in. Haar dochtertje heeft nogal een eigen willetje, en het lijkt wel alsof ze haar met niets kunnen straffen. Of onze experten soms raad hebben voor haar?
Wij zijn al bijna vijf jaar getrouwd, jong en vol ambitie. We runnen ons eigen bedrijf en dat gaat goed. Mijn man en ik werken altijd samen, we eten samen, we zijn twee handen op één buik en dat voelt voor ons perfect. Wij werken niet met aparte rekeningen, alles is van ons allebei. We kregen drie kinderen op minder dan drie jaar tijd. Dat klinkt voor velen waarschijnlijk als hel, maar het is heerlijk. En we willen er nog!
Mijn jongste werd een tijdje geleden 12. In de maanden daarvoor zocht ik naar signalen dat hij aan het veranderen was, zoals ik die gezien had bij zijn oudere broer en zus op die leeftijd. Bij hen leek het wel exacte timing: zodra ze 12 werden, veranderden ze in twee wezens die ik nauwelijks herkende.
Als de relatie met de vader of moeder van je kinderen op de klippen is gelopen, dan is het niet altijd evident om opnieuw te beginnen. Een nieuwe relatie kan de wonden helen die je aan de scheiding hebt overgehouden en opnieuw hoop en optimisme in je leven brengen; maar tegelijk zit de schrik er vaak goed in. Koppels in nieuw samengestelde gezinnen hebben een stevige basis nodig om de uitdagingen aan te gaan die daarmee gepaard gaan. Enkele tips!
Ik herinner me het nog goed. We deden samen boodschappen in de supermarkt. Je liep af en toe weg, verstopte je, kroop onder de winkelkar. Dat was in het begin best lastig. Maar toen ik je, samen met je hoogsensitiviteit, beter leerde kennen, begreep ik: je was niet stout, je ging gewoon op avontuur en wilde me op jouw manier helpen. Door me te laten lachen, door de winkelkar vol te laden, de weg te wijzen, naar me te roepen.