Stilaan wen je eraan, de weekends alleen, de papaweekends. Onwennig in het begin, niet goed wetend hoe je de tijd best doodt. Opruimen, strijken, vrienden opzoeken, voor de zoveelste keer checken op je gsm of je geen oproep gemist hebt. De minuten aftellen tot die auto de oprit oprijdt.
Afgelopen zomer werd ik op m’n 34ste opnieuw mama van een dochtertje. Net zoals bij veel andere mama’s voelt het veel zekerder aan bij mijn tweede kindje. In deze post partum periode sta ik veel steviger in mijn schoenen, zowel mentaal als fysiek. Daardoor kan ik ook gemakkelijker ingaan tegen dichte familie (vooral de oudere generaties) en vrienden die aangeven dat ik mijn kindje te veel zou verwennen door haar te dragen. Zij vinden dat ik haar eens meer aan een ander zou moeten geven of haar zou moeten neerleggen in een park of wieg.
Vijf jaar geleden kozen we heel bewust en met heel ons hart voor kindjes. Het liefst twee en met niet te veel tijd ertussen. Als 'mamazondermama' en redelijk afwezige schoonouders, wist ik dat het een pittige periode zou worden. Maar hoe pittig precies, dat voel je pas wanneer je er middenin zit.
Mijnheer Weyts, Vlaams minister van Onderwijs, vond het nodig om ons, jonge ouders, nog eens duidelijk te maken hoe het zat. Dat we het toch maar een beetje gemakkelijk nemen, dezer dagen. Wij, ouders van 2022. Want: we houden ons niet meer bezig met het zindelijk maken van onze kinderen. Oh ja, ook wel handige tips voor potjestraining hieronder ;-).
Voor de meeste vrouwen brengt een zwangerschap en het prille moederschap heel wat vreugde met zich mee – op bepaalde momenten dan toch. Maar de meeste jonge mama’s maken zich ook zorgen, en ervaren gevoelens als teleurstelling, schuldgevoel, competitie, frustratie en zelfs kwaadheid en angst.
Heel wat experts hebben ondertussen in de media verteld dat een mogelijke tekort aan aanraking door de coronamaatregelen desastreuze gevolgen kan hebben voor het mentale welzijn. Wij mensen hebben een zogenaamde ‘huidhonger’. Aanraking zorgt ervoor dat we de juiste hormonen aanmaken die ons gelukkig maken en ons verbonden laten voelen met anderen. Aanraking zorgt ook voor een juist evenwicht in ons lichaam op vlak van ademhaling, bloeddruk, temperatuur,… Het brengt ons letterlijk en figuurlijk in balans.
Het is bijna twee jaar geleden dat mijn oudste zoon, Gijs (nu 8 jaar) zei dat zijn huidskleur op was; hij bedoelde zijn lichtroos kleurpotloodje. Alarmbellen begonnen af te gaan in mijn hoofd. Ikzelf ben dag in dag uit met diversiteit bezig en ook in de opvoeding van mijn kinderen geef ik er aandacht aan, want wees maar zeker dat kinderen kleur en verschil zien. Niet altijd bewust, maar het verschil is er nu eenmaal…
Mijn man en ik proberen hier thuis netjes te praten. Niet zo netjes als de nieuwslezers van de VRT, nee, dat niet. We gaan hier al eens van een schuifaf in plaats van een glijbaan en verschieten soms in plaats van te schrikken. Maar in het algemeen is ons taalgebruik best oké.
Het is als ouder soms een beetje zoeken naar een goede manier van opvoeden en dus ook van belonen (en straffen). Maar het is lang niet zo simpel om altijd het juiste te doen. Ik heb intussen al vierdingen uitgeprobeerd en het één had al meer succes dan het ander.
Bestaat er zoiets als een onuitgesproken ouder’etiquette’? Die vertelt wat je als ouder wel en niet mag toelaten in het ‘openbaar’? Maar wat dan met die typische, (liefst) openbare kindercrisisjes?